Advertenties
Als het scherpstellingskader rood wordt en het zoekerlampje
begint te knipperen, laat u de knop
opnieuw op het onderwerp dat u wilt fotograferen en drukt u de
knop
Sluiter
opnieuw half in. Als er na enkele pogingen nog niet
kan worden scherpgesteld, is er mogelijk te weinig licht of is er
mogelijk niet voldoende contrast in het scherpstellingsgebied.
Probeer met de
een object dat zich ongeveer even ver weg bevindt maar in een
gebied met meer contrast; richt de camera vervolgens op het
object dat u eigenlijk wilt fotograferen.
Als het scherpstellingskader rood wordt, het zoekerlampje
begint te knipperen en het pictogram
LCD-scherm begint te knipperen, is de camera ingesteld op het
scherpstellingsbereik
het macrobereik (close-up) bevindt of is de camera ingesteld
op het scherpstellingsbereik
onderwerp zich dichter bij de cameralens bevindt. Zie
Macromodus gebruiken
over het de focusinstellingen en de bijbehorende afstanden.
OPMERKING Wanneer het scherpstellingsbereik op
Macro is ingesteld, wordt er geen foto gemaakt zolang de
camera niet kan worden scherpgesteld. Wanneer het
scherpstellingsbereik echter op normaal (de standaard-
instelling) is ingesteld, wordt er ook een foto gemaakt als
er niet kan worden scherpgesteld.
Statusscherm
Als u de instellingen voor de flitser, kwaliteit of de modus
wijzigt terwijl
er op het LCD-scherm even een statusscherm waarop de
huidige camera-instellingen, het batterijniveau en het aantal
resterende opnames is te zien.
Hoofdstuk 2: Foto's maken en videoclips opnemen
scherpstellingsvergrendeling
Macro
op pagina 40 voor meer informatie
Live View
(Via scherm) is ingeschakeld, verschijnt
Sluiter
Macro
terwijl het onderwerp zich buiten
Normal
(Normaal) terwijl het
los, richt u de camera
scherp te stellen op
op het
AF
AF
29
Advertenties
