5.4 Rijden
Begin na het ontsteken onmiddellijk met rijden
om brand- en bodemschade te voorkomen.
De branderkap van de HOAF Weedstar® 100L dient tijdens het gebruik over de
grond te worden voortbewogen. Er moet een afstand van ca. 2 cm zijn tussen
bodemoppervlak en glijsledes van de HOAF Weedstar® 100L. De glijsledes dienen
er voor om de branderkap te beschermen tegen kleine oneffenheden op de grond.
Om hitteverlies te voorkomen moet de HOAF Weedstar® 100L dichtbij de grond
worden voortbewogen. Rij langzaam. Het uiteindelijke resultaat is afhankelijk van:
• Afstand van de branders tot de vegetatie
• Snelheid
• Soort vegetatie
• Dichtheid van de vegetatie
• Weersomstandigheden tijdens en na de behandeling
• Vocht
• Etc.
5.5 Stoppen
5.5.1
Korte stop HOAF Weedstar® 100L
1. Draai de branderschakelaar op '0'.
• Het restgas zal verbranden en de HOAF
Weedstar® 100L stopt.
Laat de machine nooit onbeheerd achter.
Versiedatum: 4 maart 2021
HOAF Weedstar® 100L
In deze paragraaf wordt beschreven hoe de
HOAF Weedstar® 100L voor korte tijd gestopt
kan worden, bijv. bij een pauze.
Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 5 - Bediening
5
1
Bediening 33