5.2.4
Invloed van de wind
Wees voorzichtig als het hard waait. Wind kan erg van invloed zijn op de
vlammen. In dat geval:
• Kunnen de vlammen verstikken onder het branderhuis.
Soms moet de brander hoger gesteld worden om het verstikken van de
vlammen te voorkomen.
• De vlammen kunnen onder het branderhuis uit geblazen worden.
U dient onmiddellijk de werkzaamheden te stoppen omdat dit gevaar voor de
werktuigdrager en de omgeving oplevert.
Als er te veel wind staat dient u de werkzaam-
heden met de HOAF WeedAir® stop te zetten.
5.3 Starten
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de HOAF WeedAir® gestart moet worden,
nadat deze geïnstalleerd is. Het installeren wordt beschreven in hoofdstuk 3.
Iedereen die met de HOAF WeedAir® werkt
moet deze instructies lezen en begrijpen.
5.3.1
Controle voor het starten
Voor de HOAF WeedAir® kan worden gestart, moeten de volgende
controlehandelingen worden uitgevoerd:
1. Controleer of de sleutelschakelaar op
'0' staat.
2. Vul, indien nodig, de gasflessen.
3. Controleer de aansluiting van de
bedieningskast op de accu en op de
HOAF WeedAir®.
4. Controleer de ophanging van de
branderunit aan het frame.
5. Controleer de ophanging van de
HOAF WeedAir® aan de
werktuigdrager.
6. Controleer de gasslang en
koppelingen tussen de gasvoorziening
en de branderunit.
7. Draai de gaskraan van de gasflessen open (indien van toepassing).
8. Controleer de gasaansluiting op lekkages. Gebruik hiervoor de lekzoekspray.
9. Hang de HOAF WeedAir® net boven de grond.
Versiedatum: 24 juni 2021
Gebruikershandleiding
HOAF WeedAir®
Hoofdstuk 5 - Bediening
Afb. 5-2: Controle voor het starten
5
1
Bediening 31