Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Gimbal En Camera; Kenmerken Van De Gimbal; Bedieningsstanden Voor De Gimbal - dji MAVIC AIR 2 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Mavic Air 2 Gebruikershandleiding

Gimbal en camera

Kenmerken van de gimbal

De 3-assige gimbal van de Mavic Air 2 stabiliseert de camera zodat u heldere, stabiele foto's en video-opnamen
kunt maken. De bediening van het pan-bereik is van -80° tot +80° en de bediening van het kantelbereik is
van -90° tot +24°. De standaard bediening van het kantelbereik is -90˚ tot 0˚ en het kantelbereik kan worden
uitgebreid tot -90˚ tot +24˚ door 'Allow Upward Gimbal Rotation' (Opwaartse gimbalrotatie toestaan) in DJI Fly in
te schakelen.
Gebruik het gimbalwiel op de afstandsbediening om de kantelbeweging van de camera te bedienen. U
kunt ook overschakelen op de cameraweergave in DJI Fly. Druk op het scherm totdat een aanpassingsbalk
verschijnt en sleep omhoog en omlaag om de kanteling van de camera te regelen en sleep naar links en rechts
om de pan van de camera te bedienen.

Bedieningsstanden voor de gimbal

Er zijn twee bedieningsstanden voor de gimbal beschikbaar. Schakel tussen de verschillende bedieningsstanden
in DJI Fly.
Volgstand: De hoek tussen de richting van de gimbal en de voorkant van de drone blijft altijd constant.
FPV-stand: De gimbal wordt gesynchroniseerd met de beweging van de drone om de vliegervaring te beleven
alsof u zelf in de cockpit zit.
Tik of klop niet op de gimbal wanneer de drone is ingeschakeld. Stijg altijd op vanaf een vlak en
open terrein om de gimbal tijdens het opstijgen te beschermen.
Precisie-elementen in de gimbal kunnen beschadigd raken bij botsen of stoten, waardoor de
gimbal niet als normaal zal functioneren.
Zorg dat er geen stof of zand op de gimbal terecht komt, vooral in de motoren van de gimbal.
Een gimbalmotor kan in de volgende situaties in de beschermingsstand gaan:
a. De drone is op een ongelijk oppervlak of de gimbal wordt belemmerd.
b. De gimbal wordt blootgesteld aan buitensporige kracht van buitenaf, zoals tijdens een botsing.
Oefen GEEN externe kracht uit op de gimbal nadat deze is ingeschakeld. Voeg GEEN extra lading
toe aan de gimbal. Hierdoor kan de gimbal abnormaal gaan functioneren en kan dit zelfs leiden
tot blijvende motorschade.
Zorg ervoor dat u de gimbalbescherming verwijdert voordat u de drone inschakelt. Zorg er ook
voor dat u de gimbalbescherming aanbrengt wanneer de drone niet in gebruik is.
Door te vliegen in zware mist of wolken kan de gimbal nat worden, wat tot tijdelijk falen kan
leiden. De gimbal herstelt zijn volledige functionaliteit als deze eenmaal droog is.
©
28
2020 DJI. Alle rechten voorbehouden.
24°
-90°
-80°
80°
DTM1
DTM1

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave