8 Bedienings- en weergavefuncties
De afbeelding toont de mogelijke stooklijnen voor een ge-
wenste kamertemperatuur van 20°C. Als bijv. de stooklijn
0.4 gekozen is, dan wordt bij een buitentemperatuur van -
15°C op een aanvoertemperatuur van 40°C geregeld.
Aanvoertemperatuur in °C
70
60
50
40
30
22
20
15
10
5
As a
18
Gewenste
temperatuur
Als de stooklijn 0.4 gekozen is en voor de gewenste kamer-
temperatuur niet 20°C, maar 21°C opgegeven is, dan ver-
schuift de stooklijn, zoals op afbeelding weergegeven is. Bij
de 45° hellende as a wordt de stooklijn parallel verschoven
overeenkomstig de waarde van de gewenste kamertempe-
ratuur. Dat betekent dat bij een buitentemperatuur van -
15 °C de regeling voor een aanvoertemperatuur van 45 °C
zorgt.
28
0.4
0
-5
-10
-15
-20
Buitentemperatuur in °C
8.4.9 Minimale aanvoertemperatuur voor CV-
circuit instellen
Menu → Installateurniveau → Systeem Configuratie [CV 1
----] → Min. Temperatuur
– Met deze functie kunt u een minimumwaarde voor de
aanvoertemperatuur voor elk CV-circuit aangeven die bij
de regeling niet onderschreden mag worden. De thermo-
staat vergelijkt de berekende aanvoertemperatuur met
de ingestelde waarde voor de minimumtemperatuur en
regelt bij een verschil bij tot een grotere waarde.
8.4.10 Status van speciale modi aflezen
Menu → Installateurniveau → Systeem Configuratie [CV 1
----] → Bijzondere functie
– Met deze functie kunt u vaststellen of voor een CV-circuit
actueel een speciale modus (bijzondere functie), zoals
bijv. Party enz. actief is.
8.4.11 Regelingsgedrag buiten tijdvensters
opgeven
Menu → Installateurniveau → Systeem Configuratie [CV 1
----] → Systeem Auto uit
– Met de functie kunt u het gedrag van de thermostaat in
de autostand buiten een actief tijdvenster voor het CV-
circuit afzonderlijk opgeven. Fabrieksinstelling: Eco
Installatiehandleiding calorMATIC 450f 0020135483_00