7.
Functionele
eenheden
7.7. Trommel
De trommel heeft een dynamische gaatjesopstelling voor een optimale
luchtstroom tijdens het drogen
7.8. Trommelaandrijving
De trommelaandrijving is een verstelbare V-snaaraandrijving met 2 V-snaren.
7.9. Naaldenvanger
De naaldzeef (1) vangt grove vuildeeltjes
(knopen enz.) en pluisjes uit de drank op.
Nooit zonder naaldzeef werken! (Gevaar
voor beschadiging van de
oplosmiddelpomp). Daarnaast zit er een
geperforeerde schijf aan de onderkant van
de afvoerbuis. Tijdens het drogen worden
de vuilpluizen in de naaldzeef verwijderd
door een luchtstroom.
gedroogd.
7.10. Niveauregeling
De lage en hoge niveaus worden
ingesteld via een capacitieve sensor. (2)
7.11. Pluizenfilter
Het pluizenfilter (3) wordt gebruikt om de
pluizen op te vangen die worden meegevoerd
in de luchtstroom. Het pluizenfilter bevindt zich
in de behuizing van de naaldvanger. Gebruik
de machine nooit zonder pluizenfilter! Gebruik
geen beschadigd pluizenfilter! Zorg ervoor dat
het pluizenfilter goed vastzit. (Gevaar voor
pluizen op de koelspiraal)
36
7.
7.7
7.8
7.9
3
1
707766-07-0
M12/M15/M18