2. Gebruik de knop
3. Druk op de linker Functie (Function)-knop (B).
Het (blauwe) Wi-Fi-lampje (C) brandt wanneer de draadloze verbinding is ingeschakeld.
c De confi guratieprocedure selecteren
De printer zoekt automatisch naar toegangspunten die WPS (Wi-Fi Protected Setup) ondersteunen.
* Als het scherm Methode drukknop wordt weergegeven op de printer
Als u niet zeker weet of uw toegangspunt of router deze technologie ondersteunt, drukt u op de knop
Stoppen (Stop).
Ga naar het scherm voor standaardinstellingen.
De methode drukknop
→
d-A
of
(A) om het pictogram Instell. draadl.LAN (WLAN setup) weer te geven.
Selecteer uit de volgende opties de meest geschikte verbindingsmethode.
Standaardinstellingen →
•
Maak verbinding met het toegangspunt door het netwerkwachtwoord op
te geven
WPS →
•
d-C
Maak verbinding met een met WPS compatibel toegangspunt
Andere instellingen (Geavanc.instellingen) →
•
Verbinding maken met het netwerk door de instellingen voor het
toegangspunt direct op de printer in te voeren
Als u het WEP-sleutelnummer 2, 3 of 4 gebruikt, selecteert u 'Geavanc.instellingen'.
d-B
d-D