Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Beurer BM 26 Gebruiksaanwijzing pagina 10

Verberg thumbnails Zie ook voor BM 26:
Inhoudsopgave

Advertenties

Wacht minstens 1 minuut voordat u een nieuwe me-
ting uitvoert!
Resultaten beoordelen
Hartritmestoringen:
Dit apparaat kan tijdens de meting eventuele hartritmestoor-
nissen identificeren. Indien dergelijke stoornissen worden vast-
gesteld, wordt dit na de meting met het symbool
geven.
Dit kan wijzen op aritmie. Aritmie is een aandoening waarbij het
hartritme abnormaal is als gevolg van fouten in het bio-elek-
trische systeem dat de hartslag stuurt. De symptomen (over-
slaand hart of voortijdige hartslagen, langzame of te snelle hart-
slag) kunnen onder meer het gevolg zijn van hartaandoeningen,
ouderdom, lichamelijke aanleg, overmatig gebruik van genot-
middelen, stress of slaapgebrek. Aritmie kan uitsluitend worden
vastgesteld door medisch onderzoek.
Herhaal de meting als het symbool
display wordt weergegeven. Let erop dat u 5 minuten rust moet
nemen en dat u tijdens de meting niet spreekt of beweegt.
Raadpleeg uw arts als het symbool
geven. Zelf een diagnose stellen of een behandeling starten op
basis van de meetresultaten kan gevaarlijk zijn. Volg altijd de
aanwijzingen van uw arts op.
Risico-indicator:
De meetresultaten kunnen overeenkomstig de volgende tabel
geclassificeerd en beoordeeld worden.
Deze standaardwaarden mogen echter uitsluitend worden op-
gevat als algemene richtlijn, omdat de bloeddruk per persoon
en ook per leeftijdsgroep enz. kan verschillen of afwijken.
aange-
na de meting op het
vaak wordt weerge-
10
Raadpleeg daarom regelmatig uw arts. Uw arts brengt u op de
hoogte van uw persoonlijke waarden voor een normale bloed-
druk en van de waarde vanaf wanneer de bloeddruk als ge-
vaarlijk moet worden geclassificeerd.
De indeling op het display en de schaalverdeling op het ap-
paraat geven aan binnen welk gebied de gemeten bloeddruk
zich bevindt. Als de systolische en diastolische waarden zich
in twee verschillende gebieden bevinden (bijv. systolisch in het
gebied "hoog-normaal" en diastolisch in het gebied "normaal"),
dan geeft de grafische classificatie op het apparaat altijd het
hoogste gebied weer; in dit voorbeeld is dat "hoog-normaal".
Gebied van de
Systo-
bloeddrukwaarden
lisch
(in mmHg)
Niveau 3:
ernstige
Rood
hyper tonie
Niveau 2:
gemiddelde
Oranje
160 – 179
hypertonie
Niveau 1:
lichte
Geel
140 – 159
hyper tonie
Hoog-
Groen
130 – 139
normaal
Normaal
Groen
120 – 129
Optimaal
Groen
Bron:
Diasto-
Maatregel
lisch
(in mmHg)
Raadpleeg een
≥ 180
≥ 110
arts
Raadpleeg een
100 – 109
arts
Regelmatige
90 – 99
controle door
een arts
Regelmatige
85 – 89
controle door
een arts
80 – 84
Zelfcontrole
< 120
< 80
Zelfcontrole

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave