Inbedrijfname
Verwarmingswaterdruk controleren
Voor het navullen de slang met water vullen. Daar-
i
mee wordt voorkomen, dat lucht in het verwar-
mingswater binnendringt.
B De wijzer op de manometer (8.1) moet tussen de 1 bar en 2
bar staan.
B Staat de wijzer onder de 1 bar (in koude toestand) dan moet u
bijvullen totdat de wijzer weer tussen de 1 bar en 2 bar staat.
B Wanneer een hogere druk gewenst wordt, dan wordt dit door
uw installateur aangegeven.
B De max. druk van 3 bar bij een maximale temperatuur van het
verwarmingswater, mag niet worden overschreden (veilig-
heidsventiel (15) opent).
Afb. 3
8
2
3
1
4
0
> = H
8 . 1
1 5
6 7 2 0 6 1 0 8 9 0 - 0 3 . 1 R
6 720 611 568 NL (03.10)