De gegevensvelden aanpassen
Voordat u de gegevensvelden op de kaart kunt wijzigen, moeten ze worden ingeschakeld
de kaart inschakelen, pagina
U kunt de gegevensvelden en dashboards van de kaart, het kompas, de tripcomputer, en hoogtemeterpagina's
aanpassen.
1 Selecteer een gegevensveld op een pagina waarop gegevensvelden worden weergegeven.
2 Selecteer een gegevensveld en een gegevensveldcategorie.
Dashboards aanpassen
1 Selecteer een pagina.
2 Selecteer een optie:
• Veeg op de kaart omhoog vanaf de onderkant van het scherm en selecteer
> Dashboard.
• Veeg vanaf het kompas of de tripcomputer omhoog vanaf de onderkant van het scherm en selecteer
> Wijzig dashboard.
3 Selecteer een dashboard.
Profielen
Een profiel is een verzameling instellingen waarmee u het gebruiksgemak van het toestel kunt optimaliseren.
Voor bijvoorbeeld jagen zijn de instellingen en weergaven anders dan wanneer u het toestel gebruikt voor
geocaching.
Profielen zijn gekoppeld aan de activiteitenschermen, inclusief het startscherm.
Als u een profiel gebruikt en u instellingen zoals gegevensvelden of maateenheden wijzigt, worden de
wijzigingen automatisch in het profiel opgeslagen.
Een profiel selecteren
Als u activiteiten wijzigt, zijn uw instellingen anders voor elk profiel.
1 Veeg horizontaal in het startscherm.
2 Selecteer een profiel.
Een aangepast profiel maken
U kunt uw instellingen en de gegevensvelden voor een bepaalde activiteit of route aanpassen.
1 Selecteer Stel in > Profielen > Maak profiel.
2 Selecteer een achtergrond voor het profiel en selecteer
3 Selecteer een pictogram voor het profiel en selecteer
4 Geef een naam op voor het profiel en selecteer
5 Pas uw instellingen en gegevensvelden aan.
De naam van een profiel wijzigen
1 Selecteer Stel in > Profielen.
2 Selecteer een profiel.
3 Selecteer Wijzig naam.
4 Typ de nieuwe naam.
Het toestel aanpassen
20).
.
.
> OK.
(Gegevensvelden op
> Stel kaart in > Algemeen
21