3
Probleemoplossing
Hulpprogramma Computer Setup (F10), BIOS-instellingen
Computer Setup (F10)
Met het hulpprogramma Computer Setup (F10) kunt u de volgende taken uitvoeren:
De fabrieksinstellingen wijzigen.
●
De systeemdatum en -tijd instellen.
●
De systeemconfiguratie instellen, weergeven, wijzigen of controleren. U kunt onder andere instellingen
●
wijzigen voor processor, beeldscherm, geheugen, audio, opslag, communicatie en invoerapparatuur.
De opstartvolgorde wijzigen van opstartbare apparaten, zoals solid-state drives of USB-flashstations.
●
Het weergeven van berichten over POST (Power-On Self Test, zelftest bij het opstarten) in- of
●
uitschakelen. Als de weergave van POST-berichten is uitgeschakeld, worden de meeste POST-berichten
onderdrukt, zoals de geheugentelling, de productnaam en andere berichten die geen fout aangeven. Als
er een fout optreedt tijdens de POST, wordt de fout weergegeven, ongeacht of u POST-berichten hebt in-
of uitgeschakeld. Als u tijdens de POST de weergave van POST-berichten wilt inschakelen, drukt u op een
willekeurige toets (behalve
Het inventarisnummer of eigendomsidentificatienummer invoeren dat door uw bedrijf aan deze
●
computer is toegekend.
Instellen dat naar het opstartwachtwoord wordt gevraagd, zowel bij het opnieuw starten van het
●
systeem (warme start) als bij het inschakelen van het systeem met behulp van de aan/uit-knop.
Een instelwachtwoord definiëren dat de toegang regelt tot het hulpprogramma Computer Setup (F10)
●
(Computerinstellingen) en de instellingen die in dit gedeelte worden beschreven.
Geïntegreerde I/O-functionaliteit beveiligen, waaronder USB-audio en ingebouwde netwerkadapter,
●
zodat deze niet kunnen worden gebruikt tenzij de beveiliging wordt opgeheven.
F1
tot en met F12).
Hulpprogramma Computer Setup (F10), BIOS-instellingen
25