4.6 Ventilatietoestel openen en sluiten
Het woningventilatiesysteem heeft een vast gemonteerde
frontmantel. Aan de linkerkant van de mantel is een
zwenkbare deur, waarachter zich de fi lters bevinden. Voor
bepaalde montage- en onderhoudswerkzaamheden aan
het toestel moet de frontmantel worden gedemonteerd.
Ga hierbij als volgt te werk:
• Open de linkerdeur aan de voorkant van het toestel.
• Trek de beide fi lters uit het toestel en sluit vervolgens de
deur.
• Draai aan de onderkant van het toestel de borgschroef
op de linker spansluiting los. Open daarna de beide
spansluitingen.
• Trek de onderkant van de frontmantel naar u toe.
• Til de frontmantel tot boven de bevestigingspunten uit
het toestel.
GEVAAR!
Levensgevaar door elektrische schok
aan spanningsvoerende aansluitingen.
Trek voor werkzaamheden aan het
toestel de stekker uit de wandcontactdoos.
OPMERKING!
Verwijder eerst de fi lters uit het
toestel, aangezien deze in de front-
mantel zijn bevestigd.
Om het ventilatietoestel te sluiten voert u deze stappen in
omgekeerde volgorde uit.
4.7 Montage en installatie ExaControl L1
GEVAAR!
De elektrische installatie mag enkel
uitgevoerd worden door een erkend
installateur.
ELEKTRICITEIT GEVAAR!
Gevaar door spanningsvoerende delen
en aansluitingen. Schakelt u het toestel
uit door de stekker uit het stopcontact
te nemen, voordat u aan het toestel
gaat werken!
Neem de ExaControl L1 afstandsbediening los van zijn
bevestigingsplaat door de twee vergrendelingen aan de
onderkant in te drukken.
32
Bepaal de plaats op de wand waar de ExaControl L1
geplaatst moet worden. Gebruik de bevestigingsplaat
als boormal om de gaten af te tekenen. Boor de gaten
Ø 6 mm en plaats de bijgeleverde pluggen. Schroef de
bevestigingsplaat vast met de bijgeleverde schroeven.
OPMERKING!
De bijgeleverde bevestigingsmaterialen
zijn niet voor elke soort wand geschikt.
.
Sluit de ExaControl L1 elektrisch aan zoals omschreven in
hoofdstuk 4.8.1. Klik hierna de ExaControl L1 vast in de
bevestigingsplaat.
4.8 Elektrisch aansluiten
In dit hoofdstuk worden alle elektrische aansluitingen
beschreven. Hierbij wordt met regelmaat verwezen naar
het exacte type toestel. Er wordt hier onderscheid gemaakt
tussen AirMasterHRD275 of 350 en AirMasterHRD275/3 of
350/3. Kijk allereerst op de typeplaat met welk toestel u te
maken heeft.
4.8.1 Aansluiten ExaControl L1
4.8.1.1 Aansluiten ExaControl L1 op
AirMasterHRD275 of 350
De ExaControl L1 wordt met 2 draden ( 0,75 mm
geïsoleerd) aangesloten en communiceert volgens een bus
protocol. De bedrading is niet fase gevoelig en voorziet de
afstandsbediening van voeding. Sluit de 2 draden aan op
de klemmenstrook 1(+) en 2(-) (bus) (zie fi guur 4.8.1.1).
Aan de bovenzijde van het toestel zijn de elektrische
aansluitingen aangebracht, hierop kan de ExaControl L1
en een universele 3-standen schakelaar (optioneel) worden
aangesloten (zie fi guur 4.8.1.1a).
2
dubbel