Bedieningsvoorschriften
Wanneer de pomp voor het eerst wordt gebruikt:
1. De klep- en slangverbindingen moeten goed vastzitten en het reservoir of de blaas moet tot op het juiste peil met
vloeistof zijn gevuld. Start de motor.
2. Duw de pomp enkele keren op en neer om druk op te bouwen.
3. Laat de cilinder verscheidene keren tot op zijn volle lengte uitdraaien om lucht uit het systeem te verwijderen.
Raadpleeg de sectie "Het Systeem Ontluchten", onder "Instructies Voor Montage" voor meer volledige instructies.
4. Kijk het vloeistofpeil in het reservoir of de blaas na terwijl de cilinder volledig ingetrokken is. Vul bij indien nodig.
Raadpleeg de sectie "Het Pompreservoir Of De Blaas Vullen", onder "Instructies Voor Montage".
5. De pomp is nu klaar om in normaal gebruik gesteld te worden.
GEVAAR: Bij het opheffen of omlaag brengen van een last moet dit altijd onder toezicht van de
bestuurder gebeuren en moeten anderen uit de buurt van de last blijven. Gebruik
blokkering en stutwerk ter bescherming tegen een vallende last. Laat de last niet vallen.
Naast de richtingscontroleklep van de pomp wordt ook het gebruik van een lastdaalklep of
meetklep aanbevolen.
ELEKTRISCHE POMP
Universele Motor:
TEFC en DC (gelijkstroom) motoren:
1. Plaats de klep in neutraal.
2. Sluit de pomp aan.
3. Start de pomp en schakel zoals vereist.
4. Zet de pomp af wanneer zij niet in gebruik is.
N.B.: Raadpleeg de sectie "Klep-Opties" voor nadere informatie over de specifieke werking van uw pomp.
BELANGRIJK:
•
Om te werken zoals het hoort, moet de pomp over de juiste spanning beschikken.Om te werken zoals het hoort,
moet de pomp over de juiste spanning beschikken.
■ ■ Lage spanning kan de oorzaak zijn van: verhitte motor; de motor weigert te starten onder belasting; de
slaat (schommelt) wanneer men probeert te starten; of de motor houdt op met werken
maximale druk is bereikt.
■ ■ Kijk de nominale spanning na op het naamplaatje van de motor, om er zeker van te zijn dat het
stopcontact of de stroombron die u gebruikt de juiste spanning heeft.
■ ■ Controleer altijd de spanning bij de motor, terwijl de pomp op volle druk loopt.
•
Sluit de motor nooit aan en laat hem nooit draaien op lange verlengsnoeren van licht kaliber. Zie de onderstaande
tabel met de minimum aanbevolen maten.
Ampère
bij max.
hydr. druk
6
10
14
18
22
26
30
GEBRUIK VAN DE POMP
De universele motor is bedraad voor 115 of 230 Volt, 50/60 cyclussen, volgens de
wensen van de klant. Deze motor kan niet herbedraad worden.
Zie gegevensplaatje van de pomp voor specificaties over
spanning, frequentie, stroom en kracht. Indien herbedraad kan
opnieuw testen vereist zijn, volgens de EU-richtlijnen en normen.
De spanning van de serie PR10 pomp is 12 V gelijkstroom en kan
niet worden gewijzigd.
Elektrisch snoer, maat AWG (mm2), 3,2 V spanningsval
0-8 m (0-25 ft.)
8-15 m (25-50 ft.)
18 (,82)
16 (1,33)
18 (,82)
14 (2,09)
16 (1,33)
12 (3,32)
14 (2,09)
12 (3,32)
14 (2,09)
10 (5,37)
12 (3,32)
10 (5,37)
12 (3,32)
10 (5,37)
Lengte van het elektrische snoer
50-100 ft. (15-30 m)
14 (2,09)
12 (3,32)
10 (5,37)
8 (8,37)
8 (8,37)
8 (8,37)
6 (13,30)
Blad nr.
Rev.
Formulier Nr. 102875NL
voordat
30-46 m (100-150 ft.)
12 (3,32)
10 (5,37)
8 (8,37)
8 (8,37)
6 (13,30)
6 (13,30)
4 (21,29)
4/10
Datum van uitgifte:3 nov. 1999
motor
de