Inhoudsopgave
Advertenties
Bedieningsvoorschriften
DE BEDIENINGEN VOOR DRUKREGELING BIJSTELLEN, VERVOLG -
De Drukschakelaar Bijstellen
Over het algemeen moet de drukschakelaar worden gebruikt
met de drukregelklep. Een drukschakelaar kan alleen worden
gebruikt voor het bedienen van elektrische toestellen zoals
motoren, solenoïden, relais, enz., die zich elders in het circuit
bevinden. Zie Figuur 8.
1. Maak de borgmoer (B) op de drukschakelaar los en draai
de stelschroef (A) in de richting van de wijzers van het
uurwerk. Dit maakt de druk geleidelijk hoger dan gewenst.
2. Stel de drukregelklep af op de gewenste drukinstelling.
Raadpleeg de sectie "De drukregelklep bijstellen".
3. Draai, terwijl de pomp draait en vloeistof op de gewenste
druk wordt overgeslagen, de stelschroef van de
drukschakelaar (A) langzaam in de richting van de wijzers
van het uurwerk in, waardoor de instelling van de
drukschakelaar verlaagt tot de pomp stil valt. Vergrendel
vervolgens de stelschroef (A) door de borgmoer aan te
draaien (B).
4. Los druk. Laat de pomp draaien om de drukinstelling en
onderbreker van de motor te controleren. Mogelijk moet
een tweede bijstelling worden uitgevoerd.
N.B.: Wanneer de instelling van de drukschakelaar is
bereikt, zal de motor stilvallen. De inertie van de motor
blijft echter nog voor korte tijd vloeistof afleveren. De
drukregelklep slaat dit surplus hydraulische vloeistof
over, waardoor voorkomen wordt dat deze in het systeem
terecht komt. Dit heeft tot resultaat dat het
drukdifferentieel tot ongeveer 300 PSI (21 BAR)
gehouden kan worden.
Formulier Nr. 102875NL
Drukschakelaar
Figuur 8
Blad nr.
8/10
Rev.
Datum van uitgifte:3 nov. 1999
Advertenties
Inhoudsopgave
