5.7.3
Motoraansluitkabelplaatsing RCP
m
Veiligheidsvoorschriften van de vorige paragrafen in acht nemen!
AANWIJZING
De hier beschreven kabelhouders horen niet tot de standaard leveromvang van de
RCP.
4
• Kabelhouder (29/2) met rubber manchet (29/3) kort boven de RCP rond de aansluitkabel leggen en met de
zeskantschroef (29/1) dichtschroeven.
• Karabijnhaak (29/4) in kabelhouder (29/2) en staalkabel of ketting hangen.
c
De aansluitkabels moeten in elk geval zo gelegd worden, dat ze niet in de propeller kunnen terechtko-
men en niet aan trekbelasting blootgesteld worden.
• Alle andere kabelhouders op dezelfde manier monteren. Hierbij kunnen de afstanden met toenemende af-
stand van de RCP groter worden.
• Aansluitkabel met trekontlasting (29/7) aan de kabelhaak bevestigen.
c
De elektrische aansluiting moet volgens paragraaf 5.8 Elektrische aansluiting uitgevoerd worden.
32
1
3
2 1
Afbeelding 29 Motoraansluitkabelplaatsing
5
6
7
6006183-02