Inhoudsopgave
Advertenties
5.7.2
Geleidingsbuisinstallatie
m
Veiligheidsvoorschriften van de vorige paragrafen in acht nemen!
ATTENTIE
De drukleiding alsook de vereiste flens DIN EN 1092-1 moeten voor de installatie van
de geleidingsbuis geïnstalleerd worden. De DIN-flens moet asvrij geïnstalleerd wor-
den. Dat betekent dat de flensboringen symmetrisch naast de verticale middenas van
de flens liggen. De DIN-flens moet voldoende stevig in het beton bevestigd worden.
• Houder (28/6) tegen de DIN-flens (28/9) plaatsen en met zeskantschroeven (28/7) inclusief de veerringen
(28/8) en de speciale moeren (28/10) vastschroeven.
ATTENTIE
De afgedichte kraagrand van de speciale moer (28/10) moet naar het midden van de
flens wijzen.
• Positie van de buisspanner (28/1) verticaal via de houder (28/6) vastleggen en met veiligheidspluggen (28/4)
monteren. Schroeven nog niet aanzetten!
• Geleidingsbuis (28/5) naast de opnameconus van de houder (28/6) opzetten en definitieve geleidingsbuis-
lengte vastleggen. Hiervoor tot aan de bovenkant van de conus van de buisspanner (28/1) meten.
• Geleidingsbuis (28/5) tot op de betreffende lengte afkorten en op de conus van de houder (28/6) plaatsen.
• Buisspanner (28/1) in de geleidingsbuis (28/5) persen, zodat er geen speling in verticale richting blijft en de
zeskantschroeven (28/3) inclusief de veerringen (28/2) vastschroeven.
6006183-02
3
2
1
4
5
6
8
7
Afbeelding 28 Geleidingsbuisinstallatie
9
10
31
Advertenties
Inhoudsopgave
