• De onderste grensfrequentie moet zodanig ingesteld worden, dat deze niet onder 25 Hz niet komt.
• De bovenste grensfrequentie moet zo ingesteld worden dat het nominale vermogen van de motor niet over-
schreden wordt.
Moderne frequentieomvormers werken toenemend met hoge plusfrequenties en een steile stijging van de span-
ningsflanken. Daardoor worden de motorverliezen en motorgeluiden gereduceerd. Jammer genoeg veroorza-
ken dergelijke omzetteruitgangssignalen ook hoge spanningspieken aan de motorwikkeling. Deze spanning-
spieken kunnen ervaringsgewijs, afhankelijk van de bedrijfsspanning en de lengte van de motoraansluitkabel
tussen frequentieomvormer en motor, de levensduur van de aandrijving verkorten. Om dat te verhinderen,
moeten dergelijke frequentieomvormers (conform afbeelding 15) bij gebruik in het vermelde kritieke bereik met
een sinusfilter uitgerust worden. Daarbij moet de sinusfilter met betrekking tot netspanning, omvormerpulsfre-
quentie, nominale omvormerstroom en maximale omvormeruitgangsfrequentie aan de frequentieomvormer
aangepast worden. Hierbij dient ervoor te worden gezorgd dat de nominale spanning op de klemplaat van de
motor aanwezig is.
5
Installatie
m
Veiligheidsvoorschriften van de vorige paragrafen in acht nemen!
5.1
Installatie RW/SB-KA
c
De aansluitkabels moeten in elk geval zo gelegd worden, dat ze niet in de propeller kunnen terechtko-
men en niet aan trekbelasting blootgesteld worden.
c
De elektrische aansluiting moet volgens paragraaf 5.8 Elektrische aansluiting uitgevoerd worden.
AANWIJZING
We raden u aan om voor de installatie van de RW-roerwerken, de RCP-Dompelmotor
recirculatiepompen en SB stromingsversneller het Sulzer-installatietoebehoren te
gebruiken.
6006183-02
U
[V]
N
660
600
460
400
380
Onkritisch bereik
230
10
50
L = totale leidinglengte (van de frequentieomvormer naar de motor)
Afbeelding 15 Kritisch/onkritisch bereik
Kritisch bereik
100
150 L[m]
21