5. Voer uw wachtwoord in en tik op Enter.
Opmerking: Als uw netwerk gebruik maakt van WEP-authenticatie, verschijnt in plaats daarvan
•
6. Ga terug naar het startscherm.
Handmatig aansluiten
In dit gedeelte wordt beschreven hoe de computer en BradyPrinter A5500-printer moeten worden
ingesteld om via een ethernetverbinding (TCP/IP) te communiceren.
Netwerken instellen op de printer
Netwerkinstellingen op de printer configureren:
1. Schakel de printer in en tik op Instellingen.
2. Tik op Verbinding.
3. Tik op Geavanceerde netwerkinstellingen.
4. Tik op Wifi.
5. U kunt de volgende opties instellen: Neem contact op met uw systeembeheerder als u meer
informatie nodig hebt.
•
IP-instellingen: Tik op IP-instellingen en dan op DHCP of Statisch. DHCP-adressering is
dynamisch en het systeem gebruikt een DNS-server om het IP-adres van de printer op te halen.
voor statische adressering moet u het IP-adres van de printer opgeven. Tik op de terugknop om
naar het netwerkmenu terug te keren.
•
IP-adres: (Alleen voor statische IP-adressen). Tik op IP-adres om een toetsenbord weer te
geven en typ dan het IP-adres van de printer. Tik op de enter-toets wanneer u klaar bent.
•
Subnetmasker: (Alleen voor statische IP-adressen). voer een subnetmasker in als u dit
gebruikt.
•
Standaardgateway: (Alleen voor statische IP-adressen). Voer de standaard gateway in.
•
DNS-server (primair): (Alleen voor DHCP-adressering). Tik op DNS-server (primair) om een
toetsenbord weer te geven. Voer het IP-adres van de DNS-server in. Tik op de Enter-toets
wanneer u klaar bent.
•
DNS-server (secundair): (Alleen voor DHCP-adressering). Voer op dezelfde manier het
IP-adres van de secundaire DNS-server in.
6. Ga terug naar het startscherm.
Aansluiten met een USB-kabel
Voor een verbinding met een computer via USB 2.0: steek de meegeleverde USB-kabel in de printer
en in de computer. Let op: Brady Workstation-software detecteert de printer automatisch wanneer
deze via een USB-kabel is aangesloten.
BradyPrinter A5500 Gebruikershandleiding
een menu zodat u zowel het wachtwoord als de WEP-index (sleutel) kunt invoeren.
Als het netwerk dat u wilt gebruiken niet in de lijst staat, kan het niet detecteerbaar zijn.
Tik op Overig. Kies Persoonlijk netwerk of Bedrijfsnetwerk. Het systeem geeft instellingen
weer die horen bij uw selectie. Mogelijk hebt u informatie nodig van uw IT-afdeling om de
instellingen in te vullen.
Installatie en voorbereiding
Laden van software en de printer aansluiten
16