CHA-16/20
– Om aan het gebouwbeheersysteem de ontdooiwerking aan te geven, de uitgang A1 instellen op "Ont-
dooien" (WP003 = Ontdooien). Uitgang A1 sluit dan gedurende de ontdooiwerking.
– Maximaal aantal keer starten van de compressor per uur door gebouwbeheersysteem borgen.
– Maximale aanvoertemperatuur door gebouwbeheersysteem borgen.
– Dauwpuntbewaking of brug aan ingang DPW aansluiten.
– Dauwpuntbewaking door gebouwbeheersysteem borgen.
– Parameters WP053, WP054, WP058 hebben geen uitwerking.
Werkwijze WW lading bij installatieconfiguratie 51
– Warmtepomp kan indien nodig autonoom een WW-lading uitvoeren. De bedrijfsmodus WW-lading
heeft voorrang op de bedrijfsmodus GBS.
– WW-lading kan ongedaan worden gemaakt door verwijdering van de opslagvatvoeler, uitvoering van
de parameterreset en nieuwe systeemconfiguratie.
– In zulk geval, geïntegreerde 3-weg omschakelventiel VW/WW afkoppelen.
Voorbeeld:
– Lucht/water-warmtepomp CHA-Monoblock
– 0 - 10 V-aansturing (op de ingang E2 / SAF)
– Actieve koeling mogelijk
1 IDU
3 Opslagvatvoeler
5 Vuilvanger
13.3.6
Installatieconfiguratie 52
Externe aanvraag / regeling door gebouwbeheersysteem GBS
Via potentiaalvrij contact aan de ingang E2/VV:
Open
Gesloten
Opmerkingen:
– Het elektrische element wordt niet ingeschakeld (behalve voor vorstbeveiliging en ontdooiing).
– Om aan het gebouwbeheersysteem de ontdooiwerking aan te geven, moet de uitgang A1 op "Ont-
dooien" worden ingesteld (W003 = Ontdooien). Uitgang A1 sluit dan gedurende de ontdooiwerking.
– Max. aantal keer starten van de compressor per uur door gebouwbeheersysteem borgen.
– Max. aanvoertemperatuur door gebouwbeheersysteem borgen.
9149051 | 202303
0 - 10 V
2
→
Compressor UIT
→
Compressor AAN
1
5
2 ODU
4 Vuilafscheider met magnetietafscheider
3
4
WOLF GmbH | 141
Appendix | 13