Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Werking van de installatie controleren
Verwarmingswater-doorstroomtoestel ontgrendelen
!
Opgelet
Als de warmtepomp, bijvoorbeeld tijdens de
opslag of bij het transport blootgesteld wordt
aan temperaturen onder
heidstemperatuurbegrenzer van het verwar-
mingswater-doorstroomtoestel worden geacti-
veerd.
Veiligheidstemperatuurbegrenzer tot boven
20 °C verwarmen. Ontgrendelingstoets van de
veiligheidstemperatuurbegrenzer indrukken: zie
afb. 41.
Warmtepomp sluiten
!
Opgelet
Ondichte hydraulische verbindingen veroorza-
ken schade aan het toestel.
■
Interne hydraulischen verbindingen bij de
installateur op lekkage controleren.
Bij lekkage toestel onmiddellijk uitschakelen.
■
Vloeistof via de vul-/aftapkraan aftappen. Posi-
tie van de afdichtingringen controleren. Ver-
schoven pakkingringen beslist vervangen.
!
Opgelet
Een niet zorgvuldig gesloten behuizing kan tot
schade door condenswater, vibraties en een
sterke geluidsproductie leiden.
■
Deur van de behuizing geluiddicht en diffusie-
dicht afsluiten.
■
De buitenplaten moeten tijdens de werking dif-
fusiedicht gemonteerd zijn. Buitenplaten alleen
voor onderhoud en service demonteren.
Warmtepomp op geluid controleren
Toestel op ongewone geluiden controleren, bijv. wer-
kingsgeluiden compressor en pompen. Evt. opnieuw
ontluchten.
64
15 °C, kan de veilig-
–
(vervolg)
A
Afb. 41
Ontgrendelingsknop
A
Gevaar
Een ontbrekende aarding van componenten van
de installatie kan bij een elektrisch defect tot
ernstig letsel door elektrische stroom en bescha-
diging van onderdelen leiden.
Alle aardleidingsverbindingen steeds herstellen.
Toestel en leidingen moeten met de equipotenti-
aalverbinding van het huis verbonden zijn.
1. Elektrische aansluitruimte sluiten: Zie pagina 21.
2. Voorplaat monteren: Zie pagina 13.