Installatie in gebruik nemen
Voor de geselecteerde functie het temperatuurverschil met de ingestelde gewenste waarde invoeren
Parameter
"Smart Grid"
Ó
"Smart Grid gewenste stijging voor warmwaterbereiding
7E91"
"Smart Grid gewenste stijging voor verwarmingswaterbuffer
7E92"
"Smart Grid gewenste stijging voor ruimtetemperatuur ver-
warmen 7E93"
"Smart Grid gewenste daling voor ruimtetemperatuur koelen
7E95"
Werking van de installatie controleren
Installatieoverzicht weergeven
Het installatieoverzicht toont de status van de compo-
nenten van de warmtepomp en installatie evenals de
temperaturen.
Servicemenu:
1. OK +
gelijktijdig ca. 4 s lang indrukken.
å
2. "Diagnose"
3. "Installatieoverzicht"
4.
voor het omschakelen tussen "Installatieover-
zicht warmtegenerator" en "Installatieoverzicht ver-
bruikers"
Functiecontrole uitvoeren
Met de functiecontrole kunnen de functies van de ver-
schillende installatiecomponenten worden gecontro-
leerd.
Servicemenu:
1. OK +
gelijktijdig ca. 4 s lang indrukken.
å
2. "Servicefuncties"
3. "Functiecontrole"
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
(vervolg)
Instelling
"0" tot "500" (
"0" tot "400" (
"0" tot "100" (
"0" tot "100" (
Servicehandleiding "Vitotronic 200"
Opmerking
In het "installatieoverzicht opwekker" worden ook de
vermogens van primaire en secundaire pomp weerge-
geven.
Opdat bij hoge aanvoertemperaturen in het primaire
circuit (bijv. bij de inbedrijfstelling) de verdampingstem-
peratuur de toepassingsgrens niet zou overschrijden,
wordt het vermogen van de primaire pomp tijdelijk
gereduceerd. Dat is een beschermfunctie voor de
warmtepompmodule.
4. Gewenste functie starten, bijv. "Warm water". Er
worden alleen functies getoond die volgens de
installatie-uitvoering aanwezig zijn.
Tijdens de functiecontrole wordt het installatieover-
zicht weergegeven.
5. Functie met
Servicehandleiding "Vitotronic 200"
≙
0 tot 50 K)
≙
0 tot 40 K)
≙
0 tot 10 K)
≙
0 tot 10 K)
beëindigen.
63