Hydraulische integratie
en aansluiting
Buffervat
Circulatiepompen
Warmwaterbereiding
Warmwaterboiler
Vuilvanger
Waterbehandeling
20
13. Montage aansluiting
verwarmingswater
De warmtepomp dient overeenkomstig de aanbevolen hydraulische schema's te wor-
den geïntegreerd in het verwarmingscircuit (zie hydraulische schema's in de instructies
warmtepompmanager, op de WOLF homepage en het WOLF planningsdocument
hydraulische schema's).
Het verwarmingscircuit is overeenkomstig de geldende voorschriften betreffende de
drukbeveiliging van een overdrukventiel en een drukexpansievat te voorzien.
Voorts dienen vul- en aftapvoorzieningen, afsluiters en terugslagkleppen te worden
geïnstalleerd.
Bij brijn-/water-warmtepompen met uitsluitend vloerverwarming is normaliter een buf-
fervat niet noodzakelijk.
Bij verwarmingsinstallaties met radiatoren, afzonderlijke ruimteregeling (ther-
mostaatventielen), meerdere verwarmingscircuits of lucht-/water-warmtepom-
pen is een buffervat dwingend noodzakelijk!
De dimensionering dient ten minste zo groot te worden gekozen, dat de warmtepomp
bij nullast ongeveer 20 minuten loopt. Indien de hoeveelheid energie voor bloktijden
(niet relevant bij vloerverwarmingssystemen) dient te worden bevoorraad, dan dient
het volume van het buffervat overeenkomstig de duur en frequentie van de bloktijden
navenant te worden vergroot.
De circulatiepompen voor brijn- en verwarmingswater zijn hoog efficiënte pompen klasse
A en zijn in de BWS-1 geïntegreerd.
In de BWS-1 is een 3-weg-omschakelventiel reeds geïntegreerd en gereed om te
worden aangesloten.
Op de achterzijde van de warmtepomp zijn aansluitingen voor een warmwaterbuffervat
aanwezig.
Voor de warmwaterbereiding met de verwarmingspomp zijn speciale warmwaterbuf-
fervaten nodig. De oppervlakte van de warmtewisselaar moet dusdanig groot zijn, dat
het verwarmingsvermogen van de warmtepomp bij een aanvoertemperatuur van het
verwarmingswater ≤ 55°C met een zo klein mogelijke spreiding wordt overgedragen.
Het volume van het buffervat moet zodanig worden geselecteerd dat er ook tijdens
een blokkeertijd door de energieleverancier de benodigde warmwaterhoeveelheid ter
beschikking staat. Bij het installeren van warmwaterbuffervaten dienen de drinkwater-
richtlijnen in acht te worden genomen.
Ter bescherming van de warmtepomp is de inbouw van een vuilvanger in de retour
van het toestel noodzakelijk.
De inbouw van vuilvangers of andere aanpassingen in de aanvoerleiding naar het
overdrukventiel zijn niet toegestaan.
VDI 2035 blad 1 geeft adviezen ter voorkoming van ketelsteenafzetting in verwar-
mingsinstallaties. Blad 2 behandelt de waterzijdige corrosie.
Als het de bedoeling is, om de cementdekvloer droog te stoken met behulp van een
verwarmingselement, moet erop te worden gelet, dat de toelaatbare totale hardheid
wordt aangehouden, omdat anders gevaar van verkalken en uitvallen van het verwar-
mingselement bestaat.
De toelaatbare waterhardheid bedraagt 16,8°dH tot 250 liter installatievolume bij
Opgelet
toepassing van een elektrisch verwarmingselement.
3063158_202009