16 Massief plafond
43 Gipsdichting met muureigen
dichtingsmateriaal
48 Thermische scheiding
49.5 Verdubbeling (gipsgebonden platen,
d=25mm)
• Bevestiging: snelbouwschroeven bijv. ø 4,2x90,
a ≤ 300 mm, of min. echter 2 schroeven per zijde,
aansluit- en stootvoegen van de verdubbeling moeten
met muureigen materiaal worden dichtgemaakt.
INBOUWAANWIJZINGEN
Aansluiting van ventilatieleidingen
De brandbeveiligingskleppen moeten ofwel aan één zijde of-
wel aan beide zijden met verluchtingsleidingen op het venti-
latiesysteem worden aangesloten. Bij eenzijdige aansluitin-
gen moeten telkens op de tegenoverliggende zijden afslui-
tende beschermingsroosters uit niet-brandbare bouwstoffen
(EN 13501-1) worden voorzien. De brandwerende kleppen
kunnen zowel op niet-brandbare alsook op brandbare venti-
latieleidingen worden aangesloten. Verluchtingsleidingen
moeten afzonderlijk worden opgehangen.
Er gelden nationale wettelijke voorschriften resp. nationale
normen voor verluchtingsinstallaties (bijv. LüAR). In het bi-
jzonder mogen ventilatieleidingen door de thermische uitzet-
tingen (brandgeval) geen aanzienlijke krachten op muren, af-
takkingen, plafonds en dus ook brandwerende kleppen uitoe-
fenen. Overeenkomstige compensatiemaatregelen zoals de
plaatsing van flexibele aftakkingen (SCHAKO type FS) of een
geschikte leidingsplaatsing (leidingshoek en -vervormingen)
moeten naargelang de behoefte worden voorzien. De natio-
nale voorschriften moeten in acht worden genomen en wor-
den toegepast.
Als flexibele aftakkingen (SCHAKO type FS) worden gebruikt,
moet het flexibele deel van de aftakking (polyesterweefsel) in
ingebouwde toestand een minimale lengte van l
hebben, daardoor onstaat een inbouwafmeting van ca. L =
160 mm. Als alternatief kunnen ook flexibele ventilatieleidin-
gen worden aangesloten.
in massieve schachtmuren
(afsluitend beschermingsrooster op de bedieningszijde)
Afbeelding 78: aansluitvoorbeeld van een ventilatieleiding
in massieve schachtmuren
Constructiewijzigingen voorbehouden
Terugname niet mogelijk
Brandwerende klep BKA-EN
Technische documentatie
Inbouwaanwijzingen
met eenzijde geordende verluchtingsleiding en afsluitend
beschermingsrooster
Afbeelding
79: aansluitvoorbeeld van een eenzijdig geplaatste ventila-
tieleiding en afsluitend beschermingsrooster.
beide zijden met verluchtingsleidingen
Afbeelding 80: aansluitvoorbeeld aan beide zijden met ver-
luchtingsleidingen
aan beide zijden met flexibele aftakking en verluchtingslei-
dingen
= 100 mm
min
Afbeelding 81: aansluitvoorbeeld met flexibele aftakking en
verluchtingsleidingen
BK
Brandbeveiligingsklep BKA-EN
ASG
Afsluitend beschermingsrooster type ASG
VT
Verlengonderdeel type VT
FS
Flexibele aftakking type FS
LL
Verluchtingsleiding
SW
Schachtmuur
SR
Sluitrichting
LR
luchtrichting
1.)
uit niet-brandbare bouwstoffen (EN 1350 1-1)
2.)
min. normaal ontvlambaar conform EN 1350 1-1
"a" = 50 mm
Staat: 2021-06-01 | Pagina 40
2.)
Minimale afstand tussen de voorkant
van het geopende klepblad en het
afsluitende beschermingsrooster (ASG),
flexibele aftakking (FS) of buisaanluitaftakking
(RS).
1.)