Natte inbouw met stijve plafondaansluiting, ge-
deeltelijke uitmorteling
Inbouw op aangrenzende muren en/of plafonds met ove-
reenkomste ringopeningsafmetingen
ningsafsluiting moet met niet-brandbare minerale wol
(EN13501-1, ruwe dichthei ≥ 150 kg/m³, smeltpunt ≥ 1000
°C) over de volledige behuizinglengte gebeuren. Uitmor-
teling telkens tot aan het aangrenzende plafond of muur
leiden.
•
Inbouw van twee brandwerende kleppen met verkleinde
afstand of "flens aan flens" onder of naast elkaar is ook
mogelijk. De uitvoering in het bereik verkleinde afstand
of "flens aan flens", zie afbeeldingen 10 - 15.
Afbeelding 9: inbouw van een brandwerende klep (gedeelt-
elijke uitmorteling) in massieve muren met stijve pla-
fondaansluiting
Afbeelding 10: inbouw van twee brandwerende kleppen
naast elkaar (gedeeltelijke uitmorteling) in massieve muren
met stijve plafondaansluiting (doorsnede C-C, F-F, G-G, H-H)
Constructiewijzigingen voorbehouden
Terugname niet mogelijk
Brandwerende klep BKA-EN
Technische documentatie
Inbouw in massieve muren
≤
50 mm. Ringope-
(variant 1)
Afbeelding 11: inbouw van twee brandwerende kleppen
(gedeeltelijke uitmorteling) in massieve muren met stijve
plafondaansluiting (doorsnede C-C, F-F, G-G)
Afbeelding 12: inbouw van twee brandwerende kleppen naast
elkaar (gedeeltelijk uitmorteling) in massieve muren met
stijve plafondaansluiting (doorsnede I-I, H-H)
Staat: 2021-06-01 | Pagina 10
(variant 2)
(variant 1)
(variant 2)