Inbouwprocedure
De montage van de brandwerende klep (pos. 1) vindt
plaats voor de muuropbouw.
Ondergrond (onderkant van het plafond) moet effen en
glad zijn, grotere oneffenheden moeten worden bijge-
werkt (bijv. plamuren).
De bevestiging van de BKA-EN incl. inbouwset type GDL
(pos. 34) op het massieve plafond gebeurt met de steun-
hoeken (pos. 34.13; 4 stuks) die in de fabriek op de
brandwerende klep zijn gemonteerd en met behulp van
de metalen plug M12 die door de installateur wordt
voorzien.
Het horizontale U-profiel (pos. 34.8) en de verticale H-
lijsten (pos. 34.5; glijlijsten) van de inbouwset type GDL
moeten vlak en loodrecht op de muur (die aansluitend
wordt gemaakt) worden uitgelijnd.
•
Muuropbouw in het onmiddellijke aansluitbereik voor de
inbouwset type GDL (pos. 34):
Plaatstroken van de glijdende plafondaansluiting van
o
de muur aan beide zijden van de inbouwset type GDL
op het massieve plafond (pos. 16) monteren. De stro-
ken moeten tot aan de verticale H-lijsten van de in-
bouwset type GDL (pos. 34.5; glijlijsten) komen. De
openingen tot de inbouwset type GDL moeten met
muureigen materiaal worden afgesloten (dichtges-
meerd). Aansluitend vindt de montage van het UW-
aansluitprofiel plaats.
Instellen van de eerste, doorlopende metalen
o
constructie (vloer-plafond) aan beide zijden van de
klep: afstand (binnenwerkse maat in mm) tot aan de
verticale H-lijst (pos. 34.5; glijlijst): 10 ≤ e ≤ 85.
De metalen constructie tussen de hierboven geno-
o
emd, doorlopende metalen constructies in het raster
van 625 mm of gelijkmatig indelen. Er moet minstens
één metalen constructie worden voorzien. De meta-
len constructies worden in het UW-vloerprofiel en
het U-profiel van de inbouwset type GDL (pos. 34.8)
ingesteld.
De aansluiting van de muur op het U-profiel van de
o
inbouwset type GDL (pos. 34.8) moet overeenkoms-
tig de algemene plafondaansluiting van de muur tot
stand worden gebracht.
Aanbrengen van de minerale wol (pos. 11.2) Die moet
o
in het aangeduide bereik (Afbeelding 59) altijd wor-
den voorzien.
•
Montage van de beplankingen aan beide zijden (pos. 12).
In het aangeduide bereik (glijbereik; Afbeelding 59)
mogen geen schroefverbindingen aanwezig zijn.
Beplankingen en CW-constructieprofielen moeten met
de doorbuigingsmaat verkort worden ingebouwd. Aan
de zijkant moeten de beplankingen tot 2
inbouwset type GDL worden gebracht. De bevestiging
van de beplanking mag alleen in de CW-
constructieprofielen plaatsvinden, met een op de door-
buigingsmaat (≥ 10 mm tot ≤ 20 mm) gebaseerde af-
stand tot het UW-aansluitprofiel of U-profiel (pos.
34.8), om een correcte glijding mogelijk te maken.
Constructiewijzigingen voorbehouden
Terugname niet mogelijk
Brandwerende klep BKA-EN
Technische documentatie
Inbouw in lichte scheidingsmuren met metalen constructie
1 Brandwerende klep BKA-EN
9 CW-profiel (50; 75; 100; 125) afgestemd op pos. 10
10 UW-profiel (50; 75; 100; 125) afgestemd op pos. 9
11.1 Minerale wol (overeenkomstig de informatie van de
muurfabrikant)
11.2 Minerale wol (niet brandbaar conform EN13501-1, ruwe
dichtheid ca. 100 kg/m³, smeltpunt ≥ 1000 °C, dikte op de
betreffende profiel- of muurdikte afgestemd)
12 Beplanking (aan beide zijden) van de metalen construc-
tiemuur uitgipsgebonden platen
16 Massief plafond
34 Inbouwset type GDL (in de fabriek gemonteerd; o.a.
bestaande uit)
34.1 Framedeel B2
34.2 Framedeel B1
34.3 Framedeel H1
34.4 Framedeel H2
34.5 H-lijst
34.6 B-lijst
34.8 U-profiel (50; 75; 100; 125) afgestemd op pos. 9 + 10
34.13 Steunhoeken (4 stuks)
+1
mm naar de
Staat: 2021-06-01 | Pagina 33