10.2.4 Menu 4
▶ Toets ( en toets * tegelijkertijd indrukken, tot L.1 getoond
wordt.
▶ Toets pijl zo vaak indrukken, tot L.4 getoond wordt.
▶ Om de keuze te bevestigen: druk op toets ok.
▶ Kiezen en instellen servicefunctie.
Servicefunctie
4-A1 Ontluchting
4-A2 Sifonvulprogramma
4-A4 Servicedisplay
4-A5 Inspectie-interval volgens bedrijfsuren
4-A6 Inspectie-interval volgens looptijd
4-b1 Toestelinterne weersafhankelijke rege-
ling
4-b2 Buitentemperatuurgrenzen voor het au-
tomatisch omschakelen tussen zomer-
en winterbedrijf.
4-b3 Eindpunt van de stooklijn voor weersaf-
hankelijke regeling
2300i • 6721838073 (2021/10)
De basisinstellingen zijn in de volgende tabel vet gedrukt weergegeven.
Instellingen/instelbereik
• 0: Uitgeschakeld
• 1: Automatisch (de ontluchting wordt eenmaal
uitgevoerd. Na einde van de ontluchting wordt
de instelling naar de status "Uitgeschakeld" te-
ruggezet.)
• 2: Constant in geschakeld (de instelling wordt
tot het wisselen van bedrijfsmodus aangehou-
den.)
• 0: uitgeschakeld (alleen tijdens onderhoud
toegestaan)
• 1: ingeschakeld bij minimaal vermogen
• 2: ingeschakeld bij minimaal warmtevermo-
gen
• 0: uitgeschakeld
• 1: volgens bedrijfsuren
• 3: volgens looptijd
• 10 ... 60 x 100 uur
• 1 ... 72 maanden
• OFF: niet actief
• ON: actief
• 0 ... 16 ... 30 °C
• 20 ... 90 °C
Instellingen in het servicemenu | 10
Opmerking/beperking
Na onderhoud kan de ontluchting worden inge-
schakeld.
Tijdens de ontluchting toont het display het sym-
bool
afwisselend met de aanvoertempera-
tuur.
Het sifonvulprogramma wordt in de volgende ge-
vallen geactiveerd:
• Het toestel wordt via de aan/uit-schakelaar in-
geschakeld.
• De brander was 28 dagen niet in gebruik.
• De bedrijfsmodus wordt van zomer- naar win-
terbedrijf omgeschakeld.
Bij de volgende warmtevraag voor cv- of boilerbe-
drijf wordt het toestel 15 minuten op laag warm-
tevermogen gehouden.
Tijdens het sifonvulprogramma toont het display
het symbool
afwisselend met de aanvoertem-
peratuur.
Deze servicefunctie is alleen beschikbaar wan-
neer servicefunctie 4-A4 is geactiveerd. (=01)
Na afloop van deze tijdsperiode toont het display
de benodigde inspectie via servicedisplay 1013.
Deze servicefunctie is alleen beschikbaar wan-
neer servicefunctie 4-A4 is geactiveerd. (=03)
Na afloop van deze tijdsperiode toont het display
de benodigde inspectie via servicedisplay 1023.
Deze servicefunctie is alleen beschikbaar wan-
neer een buitentemperatuursensor in het sys-
teem wordt herkend.
Deze servicefunctie is bij aansluiting van een
weersafhankelijke thermostaat met EMS-verbin-
ding niet meer beschikbaar.
Deze servicefunctie is alleen beschikbaar wan-
neer servicefunctie 4-b1 is geactiveerd.
Wanneer de buitentemperatuur de ingestelde
temperatuurgrens overschrijdt, schakelt de ver-
warming uit (zomerbedrijf). Wanneer de buiten-
temperatuur met minimaal 1 K ( °C) onder de
instelling afneemt, schakelt de verwarming weer
in (winterbedrijf).
Deze servicefunctie is alleen beschikbaar wan-
neer servicefunctie 4-b1 is geactiveerd.
Gewenste aanvoertemperatuur bij een buiten-
temperatuur van – 10 °C ( stooklijn, pagina
70).
35