Algemene instructies
Bij de montage resp. bij de inbouw bestaat gevaar op let-
sels. Om eventuele letsels te vermijden moet een per-
soonlijke beschermingsuitrusting (PSA) worden gedragen.
Brandkleppen moeten zo in de vorm worden geplaatst,
dat externe krachten de functionaliteit op termijn niet
beïnvloeden.
Ventilatieleidingen mogen door de thermische uitzettingen
(brandgeval) geen aanzienlijke krachten uitoefenen op mu-
ren, aftakkingen, plafonds en dus ook brandbeveiligings-
kleppen.
Overeenkomstige compensatiemaatregelen zoals de
plaatsing van flexibele aftakkingen (SCHAKO type FS) of
een geschikte leidingsplaatsing (leidingshoek en -vervor-
mingen) moeten naargelang de behoefte worden voor-
zien. De nationale voorschriften moeten in acht worden
genomen en worden toegepast.
De aansluitmogelijkheid van de ventilatieleidingen moet
voor de inbouw van de brandbeveiligingsklep worden
gecontroleerd. Eventueel zijn verlengonderdelen (door
de installateur of als toebehoren SCHAKO type VT) ver-
eist, bijv. bij grote muur- en plafonddiktes. Bij de aanslu-
iting van leidingonderdelen moet het bevestigingstype in
de vorm zodanig worden gekozen dat geen beschadigin-
gen aan de brandwerende klep of de toebehoren ont-
staan.
Bij de montage moeten indien nodig verstijvingselemen-
ten voor de behuizing of dergelijke worden voorzien.
Indien nodig moet de vereiste voor statisch dragende la-
teien in acht worden genomen.
In geval van een uitmorteling van een brandwerende
klep die niet aan vier zijden wordt uitgevoerd, moeten
de inbouw- en montagesteunen opnieuw worden gede-
monteerd.
Constructiewijzigingen voorbehouden.
Terugname niet mogelijk!
Brandwerende klep BKP-EN
Technische documentatie
Uitvoeringen en afmetingen
Verkeerd transport/omgang kan zorgen voor beschadigin-
gen/beïnvloeding van de functionaliteit. Bovendien moet de
folie van de transportverpakking worden verwijderd en moet
de levering worden gecontroleerd op volledigheid.
Brandkleppen moeten bij de opslag worden beschermd te-
gen stof, verontreiniging, vocht en temperatuurinvloeden
(bijv. direct zonlicht, warmteafgevende lichtbronnen enz.).
Ze mogen niet rechtstreeks aan weerinvloeden worden
blootgesteld en mogen niet onder -20 °C en boven 50 °C wor-
den opgeslagen.
De brandwerende klep moet tegen verontreinigingen en be-
schadigingen worden beschermd. Na inbouw moeten even-
tuele verontreinigingen onmiddellijk worden verwijderd.
De plaatsverhoudingen bij het inbouwen, inmortelen enz.
moeten voldoende groot zijn.
Voor en na de montage moet een werkingscontrole van de
brandwerende klep worden uitgevoerd. Hiervoor moet op
een geschikte toegankelijkheid worden gelet.
Elektrische installaties of werkzaamheden aan elektrische
onderdelen mogen enkel door geautoriseerde elektriciens
worden uitgevoerd. De voedingsspanning moet hiervoor
worden uitgeschakeld en tegen herinschakeling worden be-
veiligd.
Voor de inbouw van de BKP-EN moeten aan de niet-bedie-
ningszijde bevestigingsmidelen (bijv. schroeven, indrukmo-
eren enz.) voor de montage van leidingonderdelen worden
voorzien en aangebracht. Als alternatief kunnen ver-
lengstukken (door de installateur te voorzien of als toebeho-
ren bijv. SCHAKO type VT) worden gemonteerd.
We wijzen erop dat voor de reiniging van brandkleppen in
roestvrij stalen uitvoering enkel geschikte onderhoudsmid-
delen mogen worden gebruikt!
Staat: 2020-09-01 | Pagina 7