Natte inbouw met betonsokkel
•
Vervaardigen van een omlopende, rechte Stb-sokkel (be-
tonkwaliteit: C20/25; betondekking ≥ 35 mm; wapening:
betonstaal BSt500S of betonstaalmatten B500A). De sok-
kel moet omlopend met een wanddikte van minstens 100
mm gemeten vanaf de behuizing van de brandwerende
klep worden uitgevoerd. De hoogte van de sokkel moet
tot aan de voorgeschreven inbouwmaat worden (200
mm) worden uitgevoerd. De maximale sokkelhoogte be-
draagt daarbij ≤ 550 mm.
De vrije loop van het klepblad van de geplaatste brandwe-
rende klep moet verzekerd zijn. Er mag niets aanwezig zijn
dat de werking van de nieuwe brandwerende klep
beïnvloedt.
Voor de inbouw van de brandwerende klep moeten evt.
bevestigingsmiddelen (bijv. schroeven, indrukmoeren
enz.) voor de montage van leidingsonderdelen op de niet-
bedieningszijde worden voorzien en aangebracht. Of als
een montage achteraf niet meer mogelijk is, moet de ven-
tilatieleiding reeds voor de inbouw worden aangesloten.
Als alternatief kunnen verlengstukken (door de installa-
teur te voorzien of als toebehoren bijv. SCHAKO type VT)
worden gemonteerd.
Bij de vorming van de betonstokkel op massieve plafonds
moet er, naast de constructieve scheurwapening, op wor-
den gelet dat de betonsokkel direct op het Stb-plafond
wordt aangebracht of met het ruwplafond wordt verbon-
den.
Eventuele scheidingsladen (vloerbekledingen, afdichtin-
gen, isolatie, drijvende vloeren enz.) moeten in dit bereik
worden verwijderd of mogen niet voorhanden zijn.
Bij het vervaardigen van de betonsokkel moet erop wor-
den gelet dat de behuizing van de brandwerende klep niet
naar binnen wordt gedrukt (verstijvingselement).
•
De minimale afstand tussen de brandwerende kleppen
moet minstens 200 mm bedragen.
•
Als een aangrenzend onderdeel (muur) zich dichter dan
100 mm van de behuizing van de brandwerende klep be-
vindt, moet de aanwezige opening tot dit onderdeel op de
hiervoor beschreven manier worden gevuld. Deze moge-
lijkheid bestaat wanneer het aangrenzende onderdeel
F90-eigenschappen vertoont.
Afbeelding 10: inbouw in massieve plafonds met betonsok-
kel, bovenaanzicht
Constructiewijzigingen voorbehouden.
Terugname niet mogelijk!
Brandwerende klep BKP-EN
Technische documentatie
Inbouw in massieve plafonds
Afbeelding 11: inbouw in massieve plafonds met betonsok-
kel
16 Massief plafond
34 horizontale wapening, bijv. beugel (Ø 8; e ≤ 150 mm)
35 Betonsokkel (beton C20/25)
36 Steekijzer (Ø 8; e ≤ 500 mm; minstens 4 stuks/sokkel)
Wapening van de staalbetonranden
(betondekking ≥ 35 mm; aanwijzing: montagewapening niet
afgebeeld):
- horizontale wapening (pos. 34):
gesloten beugel Ø 8, e ≤ 150 mm of staafstaal met overe-
enkomstige overlappingslengten of gelijkwaardige netwape-
ning (Q335A); plaatsing in het midden van de sokkel (pos. 35).
- aansluitwapening voor het staalbetonplafond, als er een
ringopening in het onmiddellijke plafonddoorbreekbreik aan-
wezig is, moet die met de overeenkomstige betonkwaliteit
worden afgesloten: Ø 8 e ≤ 500 mm (steekijzer in het plafond;
pos. 36) in het midden van de sokkel (=/=), echter minstens 4
stuks/sokkel (plaatsing in de hoekbereiken van de sokkel).
- aansluitwapening voor het staalbetonplafond, als er geen
ringopening in het onmiddellijke plafonddoorbreekbreik aan-
wezig is:Ø 8 e ≤ 500 mm (steekijzer in het plafond; pos. 36) in
het midden van de sokkel (=/=), echter minstens 4 stuks/sok-
kel (plaatsing in de hoekbereiken van de sokkel); inkleven in
het plafond met bijv. Hilti HIT HY 200.
Afbeelding 12: inbouw in massieve plafonds met betonsok-
kel, doorsnede
Staat: 2020-09-01 | Pagina 11