Inhoudsopgave
Advertenties
Onderhoud
3.10.14 Ketting spannen
Zie fig. 000000030.
Het spannen van de ketting dient als volgt te worden
uitgevoerd:
Schakel de scooter uit.
Zet de scooter in de rijpositie.
Neem de stoel weg, zie 'stoel wegnemen'.
Neem de achterkap weg, zie 'achterkap afnemen'.
Draai de moeren (A), van de aandrijfunit (C), enkele slagen
los, zodat de aandrijfunit kan scharnieren, met een
ringsleutel met een sleutelwijdte van 13 mm en houd de
bouten (B) tegen met een steeksleutel met een
sleutelwijdte van 13 mm.
Draai moer (D) los met een ringsleutel met een
sleutelwijdte van 17 mm.
Verdraai moer (E) met een steeksleutel met een
sleutelwijdte van 17 mm zodanig, dat de ketting (F) meer
gespannen of ontspannen wordt.
Trek beide achterwielen iets naar achteren: de ketting
moet in het midden 0,5 tot 1 cm doorhangen.
Draai moer (D) vast.
Draai de moeren (A) van de bevestiging van de aandrijfunit
vast en houd de bouten B tegen met sleutel met een sleutelwijdte van 13 mm.
Breng alle overige delen aan.
De kettingwielen moeten goed uitgelijnd zijn, zie 'kettingwiel aandrijfunit vervangen', of 'kettingwiel
differentieel vervangen'.
Na het spannen van de ketting is de scooter weer bedrijfsgereed.
36
C
E
D
A
B
F
Versie 2011v1
Advertenties
Inhoudsopgave
