Onderhoud
3.3
Banden
Voor het goed functioneren van de scooter is het van groot belang dat de banden op de juiste spanning worden
gehouden.
Te zachte banden geven een minder goed rijgedrag van de scooter. Maar ook kost het meer energie om de
scooter voort te bewegen, waardoor de accu's zwaarder belast worden. Bovendien is de bandenslijtage bij het
rijden met zachte banden onnodig groot.
Voor de juiste bandenspanning, zie 'product specificatie blad'.
Let op bij het op spanning brengen van de banden, dat de druk nooit de maximaal aangegeven
waarde overschrijdt die opgegeven is in de tabel 'technische gegevens',of zoals deze aangegeven is
op de sticker op het betreffende wiel. Neem in geval van twijfel contact op met de dealer / leverancier.
Voor de controle van de banden, zie 'onderhoudstabel'.
3.3.1
Banden oppompen
De banden zijn voorzien van autoventielen en kunnen opgepompt worden met een daarvoor bestemde pomp.
Hiervoor kan een voetpomp worden gebruikt, of u kunt de banden bij een benzinestation laten oppompen.
Ook is het gebruik van een normale fietspomp mogelijk met de bijgeleverde verloopnippel.
Draai na het oppompen altijd het dopje weer op het ventiel, zodat er geen vuil en zand in het
ventiel kan binnen dringen.
3.4
Aangedreven wielen
3.4.1
Banden reparatie aangedreven wielen
Bij de reparatie van de binnenband van een aangedreven wiel dient de vrijloop uitgeschakeld te zijn, zodat het wiel
niet meedraait.
De reparatie van een lekke band dient als volgt te worden uitgevoerd:
Ondersteun de scooter, zodat het wiel vrij van de grond komt.
Laat de band geheel leeg lopen, door het ventiel uit te draaien.
Trek de voorzijde van de buitenband met bandenlichters over de rand van de velg.
Trek de binnenband voorzichtig over de rand van de velg.
Duw het ventiel uit het gat van de velg.
Trek de binnenband uit de buitenband voor reparatie of vervanging.
Repareer de binnenband, of vervang deze.
Hierna dient de gerepareerde of nieuwe binnenband als volgt gemonteerd te worden:
Steek het ventiel van de binnenband in het gat in de velg.
Druk de binnenband in de buitenband.
Leg de binnenband om de velg.
Leg de buitenband met bandenlichters op de velg: steek de binnenband niet lek met de bandenlichters.
De binnenband mag niet bekneld raken tussen velg en buitenband.
Pomp de binnenband op, zie 'technische gegevens'.
Neem de ondersteuning van de scooter weg.
De scooter is weer bedrijfsgereed.
EBAPUM-010702010-nl.doc
18
Versie 2011v1