Hierna dient de nieuwe buitenband als volgt gemonteerd te worden:
Steek het ventiel van de binnenband in het gat in de velg.
Druk de binnenband in de buitenband.
Leg de binnenband om de velg.
Leg de buitenband met bandenlichters op de velg: steek de binnenband niet lek met de bandenlichters.
De binnenband mag niet bekneld raken tussen velg en buitenband.
Pomp de binnenband op, zie 'technische product informatie' voor de maximale druk.
Breng het voorwiel aan.
Neem de ondersteuning van de scooter weg.
De scooter is weer bedrijfsgereed.
3.5.3
Voorwiel vervangen
Zie fig. 000000002.
Het vervangen van het voorwiel dient als volgt te worden
uitgevoerd:
Ondersteun de scooter, zodat het voorwiel vrij van de
grond komt.
Maak de remkabel los, zie 'vervangen remkabel'.
Draai bout (A) los met een ringsleutel met een sleutelwijdte
van 10 mm en houd daarbij moer (B) tegen met een
steeksleutel met een sleutelwijdte van 10 mm.
Draai bout (C) los met een ringsleutel met een sleutelwijdte
van 19 mm en houd daarbij moer (D) tegen met een
steeksleutel met een sleutelwijdte van 19 mm.
Verwijder bout (C) en let op dat de vulbussen (E) niet
verloren kunnen raken.
Hiermee komt het voorwiel (F) vrij.
De borgmoer mag niet hergebruikt worden,
maar moet vervangen worden door een
nieuwe.
Hierna kan een (nieuw) voorwiel in de omgekeerde volgorde worden aangebracht.
Na de montage van het wiel kan de ondersteuning van de scooter worden weggenomen:
de scooter is weer bedrijfsgereed.
3.5.4
Velg van voorwiel vervangen
Het vervangen van de velg dient als volgt te worden uitgevoerd:
Neem het voorwiel uit de voorvork, zie 'voorwiel vervangen'.
Neem de banden van de velg af, zie 'banden reparatie voorwiel'.
Hierna kunnen de banden op een nieuwe velg gelegd worden, zie 'banden reparatie voorwiel'.
Daarna kan het wiel in de voorvork worden aangebracht.
Versie 2011v1
D E F
A
E
C
Onderhoud
B
21