Papier en ander afdrukmateriaal
−
Voor C5-enveloppen voert u een van de volgende stappen uit:
•
Plaats enveloppen met de te bedrukken zijde omhoog, klep open en omlaag en met de
onderzijde van de envelop eerst in de printer.
•
Plaats de enveloppen met de te bedrukken zijde naar boven gericht, de kleppen
gesloten en omlaag; de kleppen gaan het eerst de printer in.
Opmerking:
Om enveloppen op de juiste wijze te bedrukken, plaatst u de enveloppen met de klep
open. Selecteer in de printerdriver desgewenst Portret, Landschap of Geroteerde landschap.
Als u de beelden wilt omkeren, selecteert u in de printerdriver Beeld 180 graden roteren.
4.
Controleer het formaat, de soort en de kleur als u hierom wordt gevraagd op het
bedieningspaneel. Als u hier niet om wordt gevraagd, wijzigt u de papierinstellingen.
Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Home.
a.
Raak Apparaat > Papierladen aan.
b.
c.
Selecteer in het menu Papierladen het pictogram van de handmatige invoer.
•
Als u een envelopformaat wilt selecteren, selecteert u de huidige instelling voor het
formaat en selecteert u vervolgens een envelopformaat.
•
Als u een papiersoort wilt selecteren, selecteert u de huidige papiersoort en selecteert
u vervolgens envelop.
•
Als u een envelopkleur wilt selecteren, selecteert u de huidige papierkleur en selecteert
u vervolgens een kleur.
d.
Raak OK aan om de instellingen op te slaan.
5.
Druk op Home om terug te keren naar het beginscherm.
112
Xerox
VersaLink
®
Handleiding voor de gebruiker
B400 Printer
®