Afstandsbediening Mobil-PDi/MDi
van enige gedetecteerde aanwezigheid. Deze verlichting wordt ingeschakeld
zodra de ingestelde lichtwaarde niet meer wordt bereikt. Met de toets kunt
u ook de helderheid van de oriëntatieverlichting instellen.
in als dit uit is of uit als dit is ingeschakeld. De melder negeert tijdens deze
4 uur de helderheid en gedetecteerde aanwezigheid. Na het verstrijken van
de 4 uur werkt de melder weer volgens het ingestelde programma.
7.3 Melder programmeren
De melder beschikt over een eenvoudige en een uitgebreide programmeer-
modus.
•
•
Beide modi moeten worden geactiveerd voordat u waarden invoert. In beide
modi wijzigt u steeds de instellingen van het actieve programma. Ingevoerde
waarden worden direct opgeslagen.
U activeert en deactiveert de eenvoudige programmeermodus als volgt:
Eenvoudige pro-
grammeermodus
voor program-
1. Druk op de toets
ma's 1–4
2. Druk op de toets
U activeert en deactiveert de uitgebreide programmeermodus als volgt:
Uitgebreide pro-
grammeermodus
voor programma 5
1. Druk tweemaal op de toets
4-uurs bedrijf aan/uit: met deze toets schakelt u kanaal 1 voor 4 uur
Met de eenvoudige programmeermodus past u programma's 1 t/m
4 aan uw vereisten aan. De aanpassingen kunnen ongedaan worden
gemaakt door de melder terug te zetten in de fabriekstoestand.
Met de uitgebreide programmeermodus stelt u programma 5 in. De
uitgevoerde instellingen blijven ook na herstel van de fabriekswaarden
behouden.
om de eenvoudige programmeermodus te acti-
veren.
De donkerblauwe LED licht op.
De melder bevindt zich in de programmeermodus.
om de eenvoudige programmeermodus te be-
eindigen.
De donkerblauwe LED gaat uit.
De melder bevindt zich in het normale modus/regelmodus.
Als u niet op de toets
meermodus na 5 minuten automatisch beëindigd.
dus te activeren.
De lichtblauwe LED licht op.
De melder bevindt zich in de uitgebreide programmeermodus.
drukt, wordt de eenvoudige program-
om de uitgebreide programmeermo-
NL
24 / 34