Vooraf ingestelde programma's
3. Verander van programma via opnieuw kort aanraken totdat u het ge-
4. Raak lang aan om de programmaselectie op te slaan en de modus
6
De melder heeft vijf programma's. Vier daarvan bevatten instellingen voor
verschillende toepassingsdoeleinden. Het vijfde programma kunt u met de
afstandsbediening voorzien van uw eigen instellingen.
De vier programma's verschillen in de volgende instellingen:
•
•
•
Volautomatisch
-
Halfautomatisch
•
De microfoon is in alle programma's uitgeschakeld. Deze kan met de af-
standsbediening worden ingeschakeld (zie hoofdstuk 7.3.6).
De donkerblauwe LED licht op. Het aantal knippersignalen geeft
het huidige programma aan.
Voorbeeld: de donkerblauwe LED knippert driemaal, de melder
werkt momenteel met programma drie.
wenste programma hebt bereikt.
voor programmaselectie te beëindigen.
De melder is ingesteld op het gewenste programma.
In de modus voor programmaselectie wordt het programma met
elke keer kort aanraken verhoogd tot programma 5. Daarna wordt
bij programma 1 gestart met het verhogen van het programma-
nummer.
De melder beëindigt de modus voor programmaselectie auto-
matisch na 10 seconden, als geen aanraking van het touchveld
plaatsvindt.
Vooraf ingestelde programma's
Lengte van de nalooptijd
Schakeldrempel: de melder wordt ingeschakeld zodra het omgevings-
licht minder is dan de ingestelde waarde en er aanwezigheid wordt
gedetecteerd. De melder wordt dus uitgeschakeld als de helderheid
de ingestelde waarde in lux bereikt of overschrijdt.
Automatische modus:
Bij volautomatische werking wordt de verlichting automatisch inge-
schakeld als de melder aanwezigheid detecteert.
Bij halfautomatische werking moet de melder handmatig worden ge-
activeerd om de aanwezigheidsdetectie te starten.
De automatische modus kan met de afstandsbediening Mobil-PDi/MDi
(zie hoofdstuk 7) worden ingesteld.
Geblokkeerde touchopdrachten: mag de gebruiker de verlichting niet
handmatig kunnen uitschakelen? In programma 3 kan de melder met
een opdracht via kort aanraken alleen worden ingeschakeld.
NL
17 / 34