Bloedsuiker
In de volgende tabel vindt u de indeling van de bloedsuikerwaarden volgens de diabetesrichtlijnen
van de Deutsche Diabetes Gesellschaft (DDG).
Tijdstip van de
bloedsuikermeting
Nuchter
• Volbloed, capillair
(gehemolyseerd)
• Plasma veneus
2 uur na het eten
Bron: Deutsche Diabetes Gesellschaft (DDG) 2009
Kritieke bloedsuikermeetwaarden
Weergave
24
Normale
bloedsuikerwaarden
lager dan 5,0 mmol/L
lager dan 5,6 mmol/L
lager dan 7,8 mmol/L
Bloedsuiker
Te lage bloedsuiker
lager dan 1,1 mmol/L
Lage bloedsuiker
lager dan 3,9 mmol/L
Hoge bloedsuiker
• Nuchter meer dan
5,6 mmol/L
• 2 uur na het eten boven
7,8 mmol/L
Hoge bloedsuiker,
mogelijk ketonen
hoger dan 13,3 mmol/L
Zeer hoge bloedsuiker
hoger dan 35,0 mmol/L
Verdenking van
diabetes
5,0 – 6,1 mmol/L
5,6 – 6,9 mmol/L
7,8 – 11,1 mmol/L
Maatregelen
Onmiddellijke behandeling door
een arts noodzakelijk.
Eet een passend tussendoort-
je. Volg de aanwijzingen van uw
arts op.
Als deze hoge waarde 2 uur na
de laatste maaltijd nog steeds niet
is gedaald, kan dit op een hyper-
glycemie (hoge bloedsuiker) wij-
zen. Bespreek eventueel te nemen
maatregelen met uw arts.
Ketonentest uitvoeren. Neem hi-
erover contact op met uw behan-
delend arts.
Nogmaals meten met nieuwe test-
strip. Indien de weergave
niet is veranderd: onmiddellijk
hulp van een arts inroepen.
Diabetes
> 6,1 mmol/L
> 6,9 mmol/L
> 11,1 mmol/L
Beurer GL50 mmol/L