3
Beschermplaatje op lancet prikken.
Leg het bewaarde beschermplaatje plat op een hard oppervlak. Prik
met de naaldpunt het beschermplaatje stevig op de naald (afbeelding
1), zodat de naald niet meer onbeschermd is (afbeelding 2).
AFbeelding 1
4
Lancet verwijderen en weggooien
Druk nogmaals op de ontspanner, zodat u de schacht van de lancet
kunt vastpakken. Trek de lancet voorzichtig uit de prikhulp en depo-
neer de lancet in een steekbestendige container.
Ontdoe u zorgvuldig van alle bloedmonsters en materialen, waarmee
u in contact bent gekomen. Zo voorkomt u verwonding en infectie
van andere personen.
5
Kapje plaatsen
Plaats het kapje weer op het apparaat. Draai de beugel weer over
het kapje.
5.6 Bloedsuikermeetwaarde beoordelen
Uw bloedsuikermeetapparaat kan meetwaarden tussen 1,1 en 35,0 mmol/L verwerken. Bij meet-
waarden lager dan 1,1 mmol/L wordt de waarschuwing „ " getoond. Bij meetwaarden hoger dan
35,0 mmol/L wordt de waarschuwing „ " getoond.
Waarschuwing
• Als u verkeerde bloedsuikerwaarden vermoedt, herhaal dan eerst de test en voer eventueel een
functietest met controleoplossing uit. Bij aanhoudend twijfelachtige resultaten consulteert u uw
arts.
• Als uw symptomen niet overeenstemmen met uw bloedsuikermeetwaarden en u alle aanwijzingen
voor het Beurer GL50 bloedsuikermeetsysteem hebt opgevolgd, neem dan direct contact op met
uw arts.
• Negeer geen symptomen van een te hoge of te lage bloedsuiker. Raadpleeg dan altijd uw arts!
Beurer GL50 mmol/L
AFbeelding 2
23