Een meter voorzien van een pulsuitgang
Er zijn drie mogelijkheden om een meter te voorzien van een pulsuitgang:
• Voor de meeste gasmeters die de nutsmaatschappij voorziet, kun je een opklikstuk aankopen bij de groothandel.
Dit opklikstuk past op de behuizing van de meter en genereert een puls telkens als een bepaalde hoeveelheid
verbruikt is. Vaak kun je dit opklikstuk monteren op een bestaande meter. Raadpleeg de fabrikant voor meer
gegevens.
• In een nieuwbouw kun je de opdrachtgever (bouwheer of architect) vragen om bij de nutsmaatschappij een gas- of
watermeter met pulsuitgang aan te vragen.
• Je kunt de installateur van de verwarming of het sanitair vragen om een aparte gas- of watermeter te installeren
met pulsuitgang.
Aansluiting en bevestiging
Om de pulsteller aan te sluiten en te bevestigen:
• De installatie mag niet onder netspanning staan.
• De kabelafstand tussen de module en de pulsuitgang van de meter mag maximaal 50 m bedragen.
• Je kunt maximaal drie meters per module aansluiten.
• Als je een verbinding maakt met de gasmeter, houd dan de pulsuitgang galvanisch gescheiden van de
behuizing van de meter. Meestal heeft de meter een opklikbare meterinterface die met een intern
schakelend magnetisch contact (reed-contact) de pulsen genereert.
1 Klik de module op een DIN-rail. De pulsteller plaats je bij voorkeur op de bovenste rij in de schakelkast om de
ZLVS-kabels gescheiden te houden van de 230V-kabels.
2 Sluit de pulsuitgangen aan op schroefklemmen 1-3.
3 Sluit de massa van de pulsuitgangen aan op de gemeenschappelijke schroefklem COM.
4 Verbind de module met de module ervoor. Schuif de schuifbrug van deze module naar rechts tot ze vastklikt in de
pulsteller. Hierdoor zijn de bus en de voedingsspanning doorgegeven.
73
10. Pulsteller