Om de module te installeren:
• De installatie mag niet onder netspanning staan.
• De afstand tussen de sensoren en de module mag maximaal 50 m bedragen.
• Je kunt maximaal drie sensoren per module aansluiten.
• Gebruik enkel sensoren die geschikt zijn voor toepassingen met zeer lage veiligheidsspanning (ZLVS).
• Als de sensor gevoed wordt met ZLVS (24 Vdc), mag je deze altijd gebruiken.
• Als de sensor gevoed wordt met 230 Vac, moet hij een galvanisch gescheiden uitgang hebben (ZLVS) of
moet je een tussenrelais gebruiken.
1 Klik de module op een DIN-rail. De module plaats je bij voorkeur op de bovenste rij in de schakelkast om de
ZLVS-kabels gescheiden te houden van de 230V-kabels.
2 Sluit de sensoren via het NO-contact of de NPN-transistoruitgang aan op één van de schroefklemmen 1-3.
3 Sluit de massa van de sensoren aan op de gemeenschappelijke schroefklem COM.
4 Verbind de digitale potentiaalvrije sensormodule met de module ervoor. Schuif de schuifbrug van deze module naar
rechts tot ze vastklikt in de digitale potentiaalvrije sensormodule. Hierdoor zijn de bus en de voedingsspanning
doorgegeven.
Foutcodes
Als de module normaal functioneert, licht de STATUS-led enkel op in TEST-mode. Als er één of meerdere fouten optreden,
gaat hij knipperen om de foutcode weer te geven van de fout met de hoogste prioriteit. Een overzicht van de foutcodes
vind je in volgende tabel.
LED
ACTIE
STATUS-led
Knippert met één puls per twee
seconden.
Technische gegevens
• geschikt voor ZLVS-sensoren met NO-contact of NPN-transistoruitgang
• 4 schroefklemmen
• afmetingen: DIN 2E
• schuifbrug
• omgevingstemperatuur: 0 - 45°C
• CE-gemarkeerd
122
20. Digitale potentiaalvrije sensormodule
FOUT
MOGELIJKE OPLOSSINGEN
Softwarefout
Verkeerde softwareversie.*
*Download de laatste versie van de
software op de Niko website en voer een
upgrade uit van de module.