Werking
Het bussignaal van de controller activeert één van de outputs van de ventilatiemodule. Elke output komt overeen met één
stand van de ventilatie-eenheid: laag (eco), midden of hoog. Je kunt de outputs ook manueel activeren met de knoppen op
de ventilatiemodule. Let erop dat deze activering tijdelijk is want dit wordt overschreven bij de eerstvolgende
buscommunicatie.
Outputs activeren of deactiveren gebeurt via energiezuinige bistabiele relais in de module.
Gebruik de specifieke drukknoppen voor ventilatie (zie
in de woning aan te sturen. Aansturen van standen kan ook in sferen opgenomen worden.
Installatie
Contacteer de HVAC-installateur voordat je met de installatie begint. Voor een goede regeling kun je ook informatie
inwinnen bij de fabrikant van dergelijke systemen.
Aansluitschema
104
16. Ventilatiemodule
Muurprints en drukknoppen op pagina
Ventilation
unit
21) om de ventilatie