14 - AANSLUITINGEN
14.3. Aansluiting van c.pCOe Basic uitbreidingsmodules met besturingskaart (optioneel)
Address
Ext Baud Prot
1
9
2
10
3
11
19.2 K
4
12
5
13
9.6 K
6
14
38.4 K
7
15
57.6 K
8
ON
OFF
Address
Ext
Baud
Prot
Module c.pCOe Basic met adres 8
Deze module is nodig voor het regelen van de opties:
● Lage buitentemperatuur (GREAT COLD).
● KOELEN/VERWARMEN op afstand.
● Mechanische ontkoppelen van trappen.
● Proportionele bevochtiger of overdrukregeling met uitlaatdemper.
● Actieve ontvochtiging condensatiebatterij.
● Units met 100% frisse lucht.
Analoge ingangen
U1:
FAfstand KOELEN / VERWARMEN
U2:
Ventilatiemodus met 100% verse lucht
U3:
T-sensor op de inlaat warmwaterbatterij met GREAT COLD
U4:
T-sensor op de uitlaat warmwaterbatterij met GREAT COLD
Digitale ingangen
U5:
Ontkoppeling van 1 compressortrap of alarmsignaal of pomp
in warmwaterbatterijcircuit of compressor in het terugwincircuit
of aan/uit-bevochtiger of warmtewiel
U6:
Ontkoppeling van 2 compressortrappen
U7:
Ontkoppeling van 4 compressortrappen
U8:
Ontkoppeling van elektrische batterijen
Analoge uitgangen
U9:
Proportionele bevochtiger of uitlaatklep of regeling van het
proportionele 3-wegventiel van de condensatiebatterij met
actieve ontvochtiging
Digitale uitgangen
NO1: elektrische batterij voor het leidingwerk van het watercircuit
met GREAT COLD of confi gureerbare uitgang (bevochtiger,
pomp warmwaterbatterij, alarmsignaal,...)
NO2: Compressor met aanvullende carterverwarming
NO3: Elektrische batterij voor beveiliging van verseluchtklep of
magneetventiel SV1 met actieve ontvochtiging
NO4: confi gureerbare uitgang (bevochtiger, pomp warmwaterbatterij,
alarmsignaal,...) of magneetventiel SV2 met actieve
ontvochtiging
Aansluiting op het μPC3-bord
J9:
Verbinding met Fieldbus1
Energievoorziening
J1:
24 Vac
Ve c t i c
Adres (address):
CAREL
Modbus
ON
OFF
1
9
2
10
3
11
4
12
5
13
6
14
7
15
8
Address
Ext
Module c.pCOe Basic met adres 9
Deze module is nodig voor het regelen van de opties:
● Tweede luchtkwaliteitssensor (CO2) voor installatie in de omgeving
of buiten.
● Warmtewiel met variabel toerental.
● Verdeling in 2 zones met jaloeziekleppen.
● Regelen van toevoer- en retourjaloeziekleppen (extern van de unit).
● Constante toevoerdrukregeling.
Analoge ingangen
U1:
Tweede luchtkwaliteitssensor voor installatie in de omgeving of
buiten (4-20 mA / 0...5000 ppm) of luchtkwaliteitssensor voor
zone 2 (4-20 mA)
U2:
Verschildruksensor voor constante toevoerdrukregeling
U3:
Uitlaattemp. sensor (prop. warmtewiel)
U4:
Terugwintemp. sensor (prop. warmtewiel)
Digitale ingangen
U5:
Openingsstatus van de toevoerklep van zone 1 voor de toevoerklep
extern naar de unit of alarm van de thermoweerstanden van de
elektrische batterij voor voorverwarming
U6:
Openingsstatus van de toevoerklep van zone 2
U7:
Openingsstatus van de aanzuigklep van zone 1 of aanzuigklep
extern naar de unit
U8:
Openingsstatus van de aanzuigklep van zone 2
Analoge uitgangen
U9:
0..10Vdc uitgang voor warmtewielregeling (proportioneel
warmtewiel) of voorverwarming met elektrische batterij (100%
verse lucht)
Digitale uitgangen
NO1: Openingssignaal van de toevoerklep van zone 1 of toevoerklep
(extern naar de unit) of aan/uit-signaal van voorverwarming met
elektrische batterij
NO2: Openingssignaal van de toevoerklep van zone 2
NO3: Openingssignaal van de aanzuigklep van zone 1 of aanzuigklep
(extern naar de unit)
NO4: Openingssignaal van de aanzuigklep van zone 2
Aansluiting op het μPC3-bord
J9:
Verbinding met Fieldbus1
Energievoorziening
J1:
24 Vac
N L - 4 2
19.2 K
9.6 K
38.4 K
CAREL
57.6 K
Modbus
Baud
Prot