12 - ALARMEN
12.1. Alarmdisplay
Op de VecticGD-terminal:
Er is een alarm(en) aanwezig als de toets
Door de toets eenmaal in te drukken, wordt de beschrijving van het
eerste alarm getoond.
Door de
omhoog/omlaag-toetsen te gebruiken, kunnen de
andere opgeslagen alarmen worden bekeken. Bijvoorbeeld:
Bijvoorbeeld:
Alarms
17:00
AL01-Compressor and
outdoor fan thermal
switch of circuit 1
Alarms
18:00
AL28-Unit maintenance
(only indication)
Door de toets
een tweede keer in te drukken, wordt het alarm(en)
gereset.
Wanneer er geen alarm aanwezig is, verschijnt de melding
"No alarm active".
Opmerking: actieve waarschuwingen worden ook getoond.
Alarmgeschiedenis
Vanuit het MAIN MENU, schermgroep 11. Alarm History
is benaderd.
Elke scherm toont de beschrijving van het alarm, samen met de
datum en tijd, de unit waarop de VecticGD-terminal is aangesloten
(U:01), en de omgevings- (of aanzuig-) temperatuur (Tr) en de
buitentemperatuur op het moment van het alarm.
Alarms
ALXX-'legend of the
alarm triggered'
Door gebruik van de toetsen
100 opgeslagen alarmen worden bekeken.
De storingen van de elektrische voeding blijven ook geregistreerd.
Vanuit een scherm van groep 07. Manufacturer Par. (beveiligd met
wachtwoord niveau 3) kan de "Alarm History" worden gewist.
Inicialization
Erased of the
entire alarms
record?
U:01
rood oplicht.
01/02
01/01/2023
02/02
02/01/2023
012/015
, kunnen de laatste
IU05
N
Op de TCO terminal (optie):
Als het pictogram
verschijnt op het display van de TCO-terminal,
is er een actief alarm(en) aanwezig.
Naast de weergave van de omgevings-
(of retour-) temperatuur op het hoofdscherm,
is het ook mogelijk andere waarden in de
geactiveerde set te bekijken door de
toets te bedienen. Een van deze waarden
kan een alarmcode zijn. Als er meer dan
één alarm aanwezig is wordt de code van
het meest belangrijke symbool getoond en
daaronder AL.
Met de toets
, is het mogelijk op het
display de waarde "0" te schrijven op
de plaats van het alarm. Indrukken van de
toets
zal niet actieve alarmmeldingen
resetten en terugkeren naar het hoofdscherm.
Het pictogram
verdwijnt van het display als er geen actief alarm
aanwezig is.
12.2. Signalering van afstandsalarmen (optie)
De digitale uitgang NO7 kan worden gebruikt voor aansluiting van
een relais voor algemene alarmmelding.
Belangrijk: uitgang NO7 kan ook worden gebruikt voor de volgende
optionele elementen: pomp in de warmwaterbatterijcircuit, pomp in
verwarmingsketelcircuit, warmteterugwinbatterij, aan-uit-bevochtiger
of warmtewiel. Deze optionele elementen zijn niet compatibel.
Uitgangen NO1 of NO4 van de uitbreidingskaart c.pCOe met adres
8 kunnen ook worden gebruikt voor het aansluiten van bepaalde
van de voornoemde optionele elementen.
De alarmen die het relais kunnen activeren worden geselecteerd
in groep 07. Manufacturer Par. f. Alarm Confi g (beveiligd met
wachtwoord niveau 3).
Selection of alarms
THE:Y
DEF:Y
CON:Y
THE:
thermisch
HP:
Hoge druk
LP:
Lage druk
DEF:
Ontdooien
Selection of alarms
ICE:Y INT:Y KLD:Y
FIL:Y EPR:Y
CLK:Y SP: Y 'Prg'
ICE:
Antivries HWC
INT:
Beveiliging toevoerventilator/
plugventilator zonder
communicatie/brandbeveiliging
KLD: Copr. uitlaat
Vanuit deze keuzeschermen kunnen, door indrukken van de toets
schermen met aanvullende informatie worden geopend, die aangeven
voor welk alarm de afkorting staat.
N L - 2 3
CA02
HP:Y
LP:Y
HT:Y
LT:Y
DP:Y
'Prg'
HT:
Hoge temperatuur
LT:
Lage temperatuur
CON: Tellers
DP:
Niet aangesloten sensoren
CA03
FIL:
Verzadigd fi lter
EPR: Eprom niet OK
CLK: Klok
SP:
Setpoint winter/
zomer
,
Ve c t i c