1 - ALGEMENE BESCHRIJVING
De Vectic-regeling is een elektronische module met microprocessor
ontworpen voor de regeling en het beheer van lucht-lucht eenheden
(met name dakmodellen).
Deze regeling bestaat uit een regelcircuit, sensoren, een VecticGD
grafi sche terminal en een TCO terminal (als optie).
Dit systeem gebruikt een RS485-veldbus voor het beheren van
aanvullende componenten zoals: c.pCOe uitbreidingsmodules,
SMALL kaart, plugventilatoren, sensoren voor temperatuur
of relatieve vochtigheid van de omgevingslucht, lekzoekers,
energiemeters, enz.
Deze printplaat bevat ook twee communicatiepoorten waarmee een
verbinding kan worden gemaakt met een gecentraliseerd technisch
beheerssysteem zoals BOSS en BOSS mini. Een GBS-poort voor
het Modbus RTU-protocol en een Ethernet-poort voor het Modbus
TCP/IP-protocol.
Een (optionele) communicatiekaart kan ook worden aangesloten op
het bedieningspaneel voor de volgende protocollen: TCP/IP, Modbus
TCP/IP, SNMP V1-2-3, FTP, HTTP, Ethernet BACnet
MSTP, Konnex en Modbus RTU.
Vectic-regeling maakt integratie mogelijk op de units van onze lokale
bewakingsoplossingen: pCO Web (1 unit), BOSS mini (50 units)
en BOSS (300 units) en van de oplossing op afstand: ABOUND
HVAC Performance.
Met deze regeling is het mogelijk om verbinding te maken met een
gedeeld netwerk (SHRD) voor maximaal 15 units, waarbij één unit
is geconfi gureerd als "Master" en de andere units als "Slaves". Dit
netwerk maakt de uitwisseling van gegevens en informatie tussen
de units mogelijk, en afhankelijk van de installatievoorwaarden kan
het de uitlezing delen van enkele sondes die zijn geïnstalleerd op
de unit, die geconfi gureerd is als "Master", temperatuurinstelpunten
en bedrijfsmodus. Ook is het mogelijk een unit als backup unit te
confi gureren, om deze te activeren in geval van storing of een defect
bij de andere unit.
Belangrijkste functies:
● Selectie van gebruiksmodus: VERWARMING/KOELING/AUTO/
VENTILATIE.
● Selectie van het setpoint.
● Continue regeling van de bedrijfsparameters.
● Weergave van waarden gemeten door de sensoren.
● Tijdvertragingen compressor.
● Ontdooimanagement (warmtepompeenheden).
● Regeling van de toevoerluchttemperatuur.
● W e r k i n g i n h e t h e l e j a a r v i a d e c o n d e n s a t i e - e n
verdampingsdrukregeling.
● Setpoint-compensatie gebaseerd op buitentemperatuur.
● Uur- en weekschema (3 setpoints mogelijk).
● Brandveiligheid.
● Diagnose van storingen en algemeen alarm.
Optionele functies:
Deze regeling wordt gebruikt voor het beheer van aanvullende
componenten zoals:
● Externe luchtregelklep voor de toevoer van verse lucht, afhankelijk
van de temperatuur van de gemengde lucht of afhankelijk van de
luchtkwaliteitssensor.
● Mengsectie voor thermisch, enthalpie of thermo-enthalpie vrije
koeling.
● Warmteterugwin-warmtewiel. Wielsnelheid met aan/uit-regeling
of variabele aansturing.
● Koelcircuit voor de terugwinning van de afgezogen luchtenergie.
● Regelen van de overdruk.
● Indeling van de luchtstroming in 4 verschillende zones.
● Toepassing met lage retourtemperatuur.
● Aanvullende elektrische verwarmingselementen: tweetraps met
aan/uit-regeling of enkeltraps met proportionele regeling.
● Warmwaterbatterij met driewegklep, met proportionele of aan/uit
regeling.
● Gasbrander met proportionele regeling.
● Gasverwarmingsketel met proportionele regeling.
● Warmteterugwin-batterij met driewegklep, met proportionele
regeling.
, BACnet
TM
TM
● Bevochtiger met proportionele regeling of aan/uit-regeling.
● Basisontvochtiging.
● Actieve ontvochtiging condensatiebatterij.
● Pressostaat voor verzadigd fi lter.
● Rookdetectiestation.
● Koudemiddel lekzoeker.
● RS485 sensor(en) of omgevingstemperatuur of temperatuur +
vochtigheid.
● Luchtkwaliteitsensoren voor meten van CO
● Energiemeter en berekening van de koel- en verwarmingsvermogens.
1.1. VecticGD grafi sche terminal
De grafi sche terminal wordt gebruikt voor:
● Het uitvoeren van de initiële programmering van de unit.
● Het wijzigen van operationele parameters.
● Het AAN/UIT-schakelen van de unit.
● Het selecteren van de bedrijfsmodus.
● Instellen van de setpoints.
● Het weergeven van de geregelde variabelen en de gemeten
sensorwaarden.
● Het weergeven van de huidige alarmen en hun historische records.
Opmerking: meerdere units kunnen dezelfde terminal delen als zij in
een pLAN lokaal netwerk zijn opgenomen (maximaal 15 toestellen).
1.2. TCO-bedieningsterminal (optioneel)
Deze terminal wordt gebruikt voor:
● Het AAN/UIT-schakelen van de unit.
● Het selecteren van de bedrijfsmodus.
● Instellen van de setpoints.
● Het weergeven van de temperatuur en luchtvochtigheid van
de installatie, de buitentemperatuur, de temperatuur van de
toevoerlucht, de CO
● Het weergeven van alarmcodes.
N L - 3
2
-sensor en het openen van de verseluchtklep.
2
Ve c t i c