8
Bediening
8.7
Rijsnelheid en aandrijftoerental
8.7
Rijsnelheid en aandrijftoerental
INFO
De rijsnelheid richt zich naar het werkscherm (goed harkwerk bij goede zwadvorming).
De rijsnelheid en het aandrijftoerental bij het zwaden richten zich naar de volgende
omstandigheden:
•
Voerhoeveelheid
•
Ondergrond
•
Drogingspercentage
Als richtlijn kan aangenomen worden:
•
Aftakastoerental ca. 350-450 min
•
Rijsnelheid ca. 8-10 km/h
Het aandrijftoerental en de rijsnelheid aan de desbetreffende werkomstandigheden
aanpassen.
8.8
Zwaden
AANWIJZING
Schade aan de machine door achteruit rijden
De machine is ontworpen voor vooruit rijden. Nooit achteruit rijden als de machine in de
werkstand is.
Voor achteruit rijden de harken opheffen.
AANWIJZING
Machineschade door botsing van trekker en afwijsbeugels
Bij het rijden door bochten tijdens het werk kan er machineschade ontstaan.
De minimale draaicirkel zodanig kiezen dat de trekker niet met de afwijsbeugels in
aanraking komt.
Erop letten of zich niemand in het werkbereik van de machine bevindt.
De hefarmen zover optillen tot de hefarmpennen ca. 605 mm boven de ondergrond staan.
De dwarsarmen omhoog zetten in de wendakkerstand.
Met laag motortoerental de tussenas inschakelen.
Het toerental van de aftakas langzaam op ca. 350–450 min
De dwarsarmen neerlaten in de werkstand,
Om tijdens het werken de bodemaanpassing van het onderstel te garanderen het
enkelwerkende besturingsapparaat in de zweefstand zetten.
De rijsnelheid zodanig kiezen dat het oogstgoed zuiver en volledig opgenomen wordt.
Indien nodig de werkhoogte bijstellen,
Indien nodig de harkhelling bijstellen,
54
-1
zie
pagina 51.
zie
pagina 63.
zie
pagina 65.
Originele handleiding 150000686_04_nl
-1
verhogen.
Swadro TC 640