11.4 Plaatsing van de plint
De plint moet steeds correct gepositioneerd en bevestigd
worden op het toestel.
1 Draai de 2 moeren (B) achteraan het vlak los.
2 Positioneer de plint zodanig boven het vlak dat de pinnen
(C) overeenkomen met de openingen (D).
3 Bevestig de plint op het vlak door de schroeven (A) vast
te draaien.
11.5 Positionering en nivellering van het toestel
Nadat de gas- en/of de elektrische aansluiting is uitgevoerd,
moeten die vier bijgeleverde voetjes van het toestel
vastgedraaid worden. Plaats eerst de voorste voetjes en
daarna de achterste.
Voor een betere stabiliteit moet het toestel absoluut
noodzakelijk correct genivelleerd zijn; draai het onderste
deel van het voetje vast of los tot het toestel genivelleerd en
gestabiliseerd is op de vloer.
Om eventuele schade aan het toestel te vermijden, wordt aanbevolen om eerst de voorste voetjes en
daarna de achterste voetjes vast te draaien.
152
Aanwijzingen voor de installateur
2
4
1
3