Bediening / de goede pannen
Schakelaar voor de dubbele kookzone (6010 K/6051 K)
Voor het inschakelen van de kleine zone (120 mm Ø) schakelt u de schakelaar (links
voor) in. Om de grote zone (210 mm Ø) ook in te schakelen, draait u de schakelaar
over de „3" heen tot het symbool
De goede pannen
Algemeen
Hoe beter de pan, des te beter het kookresultaat.
Een goede pannen herkent u aan de bodem, niet aan het materiaal, waarvan de
pan is gemaakt.
De bodem moet zo dik en zo vlak mogelijk zijn. Hij mag niet ruw zijn (b.v. pannen
van gietijzer), omdat er dan bij het verschuiven krassen ontstaan.
Gebruikt u voor gerechten met veel vloeistof hoge pannen. Dan kan er niets
overkoken.
Vermijdt u het leegkoken van emaillepannen. De bodems kunnen daarbij be-
schadigd worden en veroorzaken dan krassen op de kookplaat. Pannenbodems
met randen en bramen hebben eveneens een schurende werking.
De pannenbodem en de kookzone moeten even groot zijn. Let u er a.u.b. op, dat
de pan altijd midden op de kookplaat staat. De kookzones moeten altijd schoon
zijn, want als de kookzone of de pannenbodem vuil is, beschadigt dat niet alleen
de glaskeramiek, maar het stroomverbruik wordt ook hoger.
Maak gebruik van de nawarmte. Schakel de kookzone tijdig uit.
pan te klein
6 8
. Nu zijn beide verwarmingskringen ingeschakeld.
deksel niet
gesloten
bodem niet
flak
pan te groot
(glaskeramiek)