Bediening
De schakelaar
Q 5
Met de schakelaar kunt u de gewenste
capaciteit traploos instellen. Hij kan naar
rechts of links worden gedraaid. De
schakelaar klikt in twee standen even
vast, waardoor een duidelijke scheiding
van de bereiken mogelijk wordt. Het
instellingsbereik van „0" tot „1½" is
bestemd voor warmhouden en gaar-
koken. Stand 1½ tot stand 3 (= maximum) zijn voor verhitten resp. opkoken bestemd.
Wij adviseren, bij het opkoken de hoogste stand (3) te gebruiken. Levensmiddelen
met een langere kooktijd laat u op een lagere stand gaarkoken.
Restwarmte-verklikker
R 10
6
Instellingstabel voor
regelschakelars:
0
•
zwak
•
I
1
•
sterk
•
zwak
•
II
2
•
•
•
sterk
III
3
De vier lampjes (6) van de restwarmte-
verklikker bevinden zich aan de voorkant
van het kookveld tussen de beide voorste
kookzones. Iedere kookzone heeft een ei-
gen lampje. Dit controlelampje brandt, zodra
aan de bovenkant van de kookplaat in het
bereik van de desbetreffende kookzone een
temperatuur optreedt, waarbij verbran-
dingsgevaar bestaat. Het lampje blijft ook
branden, als de kookzone reeds is
uitgeschakeld, maar door de restwarmte nog
wel verbrandingsgevaar bestaat. Het lampje
gaat pas uit, als de plaat voldoende is
afgekoeld en er geen gevaar meer bestaat.
gaarkoken
braden
opkoken
6 7