EEN OPGESLAGEN BESTAND
AFDRUKKEN
U kunt een bestand ophalen dat u met de documentarchivering hebt opgeslagen en het bestand afdrukken of
verzenden.
In dit onderdeel wordt uitgelegd hoe u een bestand dat is opgeslagen in de hoofdmap kunt ophalen en afdrukken.
BEELD
DOCUMENT
KOPIE
VERZENDEN
ARCHIVERING
(1)
Best. ophalen Scan. naar HDD
Schijfstatus
Mapselectie
Hoofdmap
Snelmap
(2)
User 1
User 2
User 3
User 4
User 5
User 6
User 8
User 7
User 9
User 10
Alle Mappen
ABCD
EFGHI
JKLMN
OPQRST
Best. ophalen
Scan. naar HDD
Schijfstatus
Hoofdmap
Bestandsnaam
Gebr. Naame
file-01
Name 1
(3)
file-02
Name 2
file-03
Name 3
file-04
Name 4
file-05
Name 5
Weergave wisselen
Alle Bestanden
Taakinstellingen
file-01
Naam 1
Selecteer de taak.
Eigensch.
Afdrukken
Verzenden
Wijzigen
(4)
Verplaatsen
Wissen
Taakinstellingen / Afdrukken
file-01
Naam 1
Papierformaat
Aantal afdrukken
Auto
1
(1~999)
Uitvoer
(5)
2-Zijdig
Z/W-afdruk
Spec. Functies
102
Ex. datatoegang
Zoeken
1
2
UVWXYZ
Ex.datatoegang
Zoeken
Vorige
Datum
1
04/04/2010
2
04/04/2010
04/04/2010
04/04/2010
04/04/2010
Multi-afdruk
Annuleren
A4
Meerkl.
Beeldcontrole
Details
Annuleren
A4
Meerkl.
Gegevens afdrk.
en verwijderen
Gegevens afdrukken
en opslaan
Selecteer het bestand en druk het af.
(1) Tip op de [DOCUMENT ARCHIVERING]-toets.
(2) Tip op de [Hoofdmap]-toets.
(3) Druk op de toets voor het bestand dat u wilt
afdrukken.
Tip de toets [Weergave wisselen] aan om het
weergavescherm te wisselen. Tip de toets [Miniatuur]
aan in het weergavewisselscherm om de
miniatuurafbeeldingen in de bestandstoetsen te
wisselen.
(4) Druk op de toets [Afdrukken].
Tip de toets [Beeldcontrole] aan om de inhoud van een
bestand te controleren.
(5) Druk op de [Gegevens afdrukken en
opslaan]-toets.
Als [Gegevens afdrukken en opslaan] wordt
geselecteerd, wordt het bestand opgeslagen na het
afdrukken.
Om het bestand te wissen nadat het is afgedrukt,
selecteert u [Gegevens afdrk. en verwijderen].