BASISSCHERM VAN SCANFUNCTIE
Tip op de toets [BEELD VERZENDEN] op het toetsenpaneel om het basisscherm van de scanfunctie te openen.
Druk op de [Scannen]-tab als het scanscherm niet verschijnt.
Selecteer de verschillende scaninstellingen in het basisscherm.
(1) Tabs voor de functie Beeld verzenden
Gebruik deze toetsen om de functie waarmee u
afbeeldingen verstuurt te veranderen. Tip op de tab
[Scannen] om over te schakelen naar de scanmodus.
(2) [Adresboek]-toets
Druk op deze toets om een sneltoets of een
groeptoets te gebruiken. Wanneer u deze toets
indrukt, verschijnt het adresboek.
(3) [Adresinvoer]-toets
Tip deze toets aan om de bestemming handmatig in
te voeren, in plaats van een sneltoets te gebruiken.
(4) [Verzendinst.]-toets
Tip deze toets aan om onderwerp, bestandsnaam,
naam afzender of berichttekst dat van tevoren is
opgeslagen op de webpagina te selecteren of
ernaartoe te gaan.
(5) Aangepaste toetsen
De toetsen die hier verschijnen kunnen worden
gewijzigd om de instellingen of functies van uw
voorkeur af te beelden.
Gereed voor verzenden.
(1)
Scannen
Internetfax
(2)
Adresboek
Origineel
Scannen:
(3)
Adresinvoer
Belichting
(4)
Verzendinst.
200X200dpi
Resolutie
Adresoverzicht
Best.Indeling
(5)
Bestand
Kleurmodus
Spec. Functies
Snelbestand
(6)
Opn. verzenden
Faxen
USB-geh.scan
PC Scan
Auto
Verzenden:
Auto
Auto
PDF
PDF
Auto/Grijstint
Mono2
(6)
toets
Druk op deze toets om een bestemming te bepalen
door gebruik te maken van een zoeknummer.
* Er wordt een nummer van 3 cijfers aan de
bestemming toegekend als die wordt opgeslagen.
(7) [Opn. verzenden]-toets / [Volgend adres]-toets
De bestemmingen van de meest recente acht
verzendingen van scannen naar e-mail, fax en/of
internetfax (inclusief direct SMTP-adres) worden
opgeslagen. Om een van die bestemmingen te
selecteren, tipt u op de gewenste bestemming. Nadat
een bestemming werd geselecteerd, verandert deze
toets in de toets [Volgend adres].
(8) Beeldinstellingen
Beeldinstellingen (origineel formaat, belichting,
resolutie, bestandsformaat en kleurmodus) kunnen
worden geselecteerd.
(9)
toets
Deze toets verschijnt wanneer een speciale functie of
de 2-zijdige scanfunctie geselecteerd is. Druk op de
toets om de geselecteerde speciale functies te zien.
(10) [Spec. Functies]-toets
Druk deze toets om een speciale functie te gebruiken.
(7)
(8)
(9)
(10)
*
81