Een gebruikersprofiel kiezen
Iedere training wordt opgeslagen in een gebruikersprofiel. Zorg dat u het juiste gebruikersprofiel kiest voordat u een trai-
ning start. De laatste gebruiker die een training heeft voltooid, wordt standaard geselecteerd.
Gebruikersprofielen zijn ingesteld op de standaardwaarden totdat ze worden aangepast. Vergeet uw gebruikersprofiel dus
niet te bewerken voor meer accurate informatie over calorieverbruik en hartslagwaarden.
Kies op het Opstartscherm een van de gebruikersprofielen met behulp van de 'User'-toets. Op de console wordt de naam
en het pictogram van het gebruikersprofiel weergegeven.
Gebruikersprofiel bewerken
1. Kies op het Opstartscherm een van de gebruikersprofielen met behulp van de 'User'-toets.
2. Druk op OK om het profiel te selecteren.
3. Op het consoledisplay verschijnt de boodschap EDIT en de naam van het huidige gebruikersprofiel. Druk op OK om
de optie 'Gebruikersprofiel bewerken' te starten.
D ruk op de toets PAUSE/END om de optie 'Gebruikersprofiel bewerken' te verlaten. De console zal naar het
Opstartscherm terugkeren.
4. Op het consoledisplay verschijnt de boodschap NAME en de naam van het huidige gebruikersprofiel.
Opmerking: Het veld voor de naam van de gebruiker is leeg als dit de eerste bewerking is. De naam van een gebrui-
kersprofiel is beperkt tot 10 tekens.
Het huidige actieve segment knippert. Gebruik de toetsen Hoger/Lager om door het alfabet en een spatie (te vinden
tussen A en Z) te navigeren. Voor het instellen van elk segment gebruikt u de toetsen Links () of Rechts () om van
het ene segment naar het andere te gaan.
Druk op OK om de weergegeven gebruikersnaam te accepteren.
5. Voor het bewerken van de andere gebruikersgegevens (EDIT AGE, EDIT WEIGHT, EDIT HEIGHT, EDIT GENDER)
gebruikt u de toetsen Hoger/Lager om de waarden aan te passen en drukt u op OK om iedere invoer vast te leggen.
6. O p het consoledisplay verschijnt de boodschap SCAN. Met deze optie controleert u hoe de trainingswaarden tijdens
een training op het onderste display worden weergegeven. Wanneer deze optie is uitgeschakeld, kan de gebruiker
met behulp van de toetsen RECHTS of LINKS de andere trainingswaarden bekijken wanneer hij dat wenst. Wanneer
de optie is ingeschakeld, geeft de console om de 6 seconden een andere trainingswaarde weer.
De optie is standaard uitgeschakeld.
Druk op de OK-toets om de manier waarop de trainingswaarden worden weergegeven, vast te leggen.
7. Op het consoledisplay verschijnt de boodschap WIRELESS HR. Als u de luidsprekers van de console gebruikt met
hoge instellingen en/of een groter persoonlijk elektronisch apparaat gebruikt, dan wordt de hartslagmeting op de
console mogelijk verstoord door interferentie. Met deze optie kunt u de telemetrische hartslagontvanger uitschakelen
om de interferentie te blokkeren.
O p het bovenste display ziet u de huidige waarde-instelling: 'ON' of 'OFF'. Druk op de toetsen Hoger () of Lager ()
om de waarde te veranderen.
De optie is standaard ingeschakeld.
Druk op de OK-toets om de telemetrische hartslagontvanger te activeren.
8. O p het consoledisplay verschijnt de boodschap EDIT LOWER DISPLAY. Met deze optie bepaalt u welke
trainingswaarden worden weergegeven tijdens een training.
Op het onderste display verschijnen alle trainingswaarden, waarbij de actieve trainingswaarde knippert. Op het
bovenste display ziet u de actieve waarde-instelling: 'ON' of 'OFF'. Druk op de toetsen Hoger () of Lager () om de
actieve trainingswaarde te verbergen en gebruik de toetsen Links () of Rechts () om de actieve trainingswaarde te
veranderen.
Opmerking: Om een verborgen trainingswaarde zichtbaar te maken herhaalt u de procedure en verandert u de instel-
ling voor die waarde op het bovenste display naar 'ON'.
Wanneer u klaar bent met het bewerken van het onderste display, drukt u op OK om de instellingen vast te leggen.
34