Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Emotron COMPACT DRIVE CDX Series Gebruiksaanwijzing pagina 5

Inhoudsopgave

Advertenties

Wanneer de Compact Drive wordt gebruikt voor
toepassingen in de open lucht, moeten maatregelen
worden getroffen om deze te beschermen tegen directe
weersinvloeden
(bijvoorbeeld regen, sneeuw en ijs, bevriezing van de
ventilator). De laagst toegestane bedieningstemperatuur
is -20 °C.
De toelaatbare installatieomstandigheden voor de
Compact Drive worden vermeld op het typeplaatje.
Aanpassing voor andere installatieomstandigheden is
alleen toegestaan na goedkeuring van de producent en,
zo nodig, na wijziging in overeenstemming met de
instructies van de producent.
Elektrische installatie
De elektrische installatie moet worden uitgevoerd in
overeenstemming met de volgende algemene installa-
tievereisten:
- EN61800-5
Elektrisch aangedreven systemen met regelbare fre-
quentie van sterkstroominstallaties tot 1000 V
- EN60204-1
Elektrische uitrusting van machines
- EN50178
Elektronische apparatuur voor gebruik in sterkstroom-
installaties
- De Compact Drive mag alleen worden gebruikt wan-
neer een correct beschermend aardesysteem wordt
gebruikt.
Er mogen alleen werkzaamheden aan de Compact
Drive worden uitgevoerd wanneer de unit is uitgescha-
keld en er geen spanning meer aanwezig is.
GEVAAR: Als na installatie het aandrijfsysteem is
stopgezet (n=0), kan de bedrijfsspannning nog
volledig aanwezig zijn!
Installatie moet door ervaren en gekwalificeerd perso-
neel worden uitgevoerd in overeenstemming met de
relevante bepalingen.
Eerst moeten de gegevens van de netspanning (vol-
tage en frequentie) worden vergeleken met de gegevens
op het typeplaatje op de Compact Drive. Aansluitka-
bels moeten speciaal geschikt zijn voor de nominale
stroom van de Compact Drive.
Op de behuizing van de Compact Drivestaat een
richtingspijl waaraan u de draairichting kunt controle-
ren. Om schade aan de aangedreven machine te voor-
komen, moet de draairichting van de Compact Drive
worden gecontroleerd voordat deze wordt aangesloten
op de aan te drijven machine. U kunt de draairichting
wijzigen met een instelling. Controleer voordat u de
aansluitruimte sluit of:
- alle aansluitingen in de aansluitruimte goed vastzitten
- de binnenkant van de aansluitruimte schoon en vrij
van vreemde voorwerpen is
- niet-gebruikte kabelingangen zijn afgedicht en
schroefbouten zijn vastgezet
4
Controleer voordat u de Compact Drive start of aan
alle veiligheidsbepalingen is voldaan. Dit geldt ook
voor de bediening en de elektrische afkoppeling van de
Compact Drive. De Compact Drive moet op de elek-
trische installatie worden aangesloten in overeenstem-
ming met de geldende plaatselijke bepalingen, zodat
het kan worden uitgeschakeld met de betreffende uit-
schakelvoorziening (bijvoorbeeld aan/uit-schakelaar,
hoofschakelaar).
Zonder aanvullende maatregelen mag de Compact
Drive nooit worden aangesloten op een energienet met
een aardlekschakelaar met overstroombeveiliging.
De aanwezige lekstroom wordt veroorzaakt door maat-
regelen om interferentie te onderdrukken. Er is geen
lekstroom ten gevolge van de capacitieve reactantie tus-
sen de motorfasen en de motorkabelafscherming.
In het geval van een kortsluiting naar aarde kan een
gelijkstroomdeel in de aardlekstroom er de oorzaak van
zijn dat een aardlekschakelaar met overstroombeveili-
ging niet wordt geactiveerd. Daardoor is het gebruik
van een aardlekschakelaar met overstroombeveiliging
alleen zinvol als deze geschikt is voor gebruik in com-
binatie met de frequentieomvormer (DC foutstroom).
Reinigen
Om een ongestoorde koeling te garanderen, moeten
alle onderdelen van de Compact Drive regelmatig wor-
den gereinigd. In de meeste gevallen is het voldoende
om de Compact Drive door te blazen met perslucht,
die vrij is van water en olie.
Er moet met name aandacht worden besteed aan het
reinigen van de ventilatieopeningen en de ruimten tus-
sen de bladen.
Wij raden aan de Compact Drive op te nemen bij de
standaardroutine-inspectie
machine.
Lagers
De wrijvingsloze lagers die worden gebruikt in de
Comopact Drive zijn voor de hele levensduur
gesmeerd.
Onder normale belastings- en omgevingsomstandighe-
den zorgt de gebruikte vetkwaliteit voor een juiste
motorwerking gedurende ongeveer 10.000 bedrijfs-
uren in tweepolige ontwerpen en 20.000 bedrijfs-uren
in vierpolige ontwerpen. Tenzij anders overeengeko-
men mag het vet in de wrijvingsloze lagers gedurende
deze periode nooit worden bijgevuld. De genoemde
bedrijfs-intervallen gelden alleen bij werking met 1500
r.p.m. of 3000 r.p.m.
Na deze gebruiksperiode moeten de lagers door een
onderhoudsbureau worden vervangen.
Garantie, reparatie, reserve-onderdelen
Tenzij anders overeengekomen mogen alleen onze ser-
vicebureaus reparaties binnen de garantieperiode uit-
voeren. Ook alle andere reparatiewerkzaamheden die
mogelijk nodig zijn worden daarbij uitgevoerd. Infor-
matie over onze service-organisatie is op verzoek ver-
krijgbaar. Hetzelfde geldt voor de lijst met reserve-
onderdelen.
van
de
aangedreven

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Cdx40-013Cdx40-018Cdx40-026Cdx40-031Cdx40-037Cdx40-046

Inhoudsopgave